Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. herumwandern:


Duits

Uitgebreide vertaling voor herumwandern (Duits) in het Nederlands

herumwandern:

herumwandern werkwoord

  1. herumwandern (herumziehen; umherziehen)
    rondtrekken
    • rondtrekken werkwoord (trek rond, trekt rond, trok rond, trokken rond, rondgetrokken)

Vertaal Matrix voor herumwandern:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rondtrekken herumwandern; herumziehen; umherziehen

Synoniemen voor "herumwandern":