Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. jemandem blamieren:


Duits

Uitgebreide vertaling voor jemandem blamieren (Duits) in het Nederlands

jemandem blamieren:

jemandem blamieren werkwoord

  1. jemandem blamieren (blamieren)
    blameren; schandaliseren
    • blameren werkwoord (blameer, blameert, blameerde, blameerden, geblameerd)
    • schandaliseren werkwoord (schandaliseer, schandaliseert, schandaliseerde, schandaliseerden, geschandaliseerd)

Vertaal Matrix voor jemandem blamieren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blameren blamieren; jemandem blamieren bestrafen; blamieren; entgegenhalten; entnehmen; ermahnen; fortführen; fortschaffen; hinhalten; hinterhertragen; jemandem etwas nachtragen; nachtragen; nachtragend sein; rügen; schelten; schätzen; tadeln; verketzern; verleumden; verteufeln; verweisen; vorhalten; vorrücken; vorwerfen; wegschaffen; zurechtweisen
schandaliseren blamieren; jemandem blamieren

Verwante vertalingen van jemandem blamieren