Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. kürzer machen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor kürzer machen (Duits) in het Nederlands

kürzer machen:

kürzer machen werkwoord

  1. kürzer machen (verkürzen; kürzen; verkleinern; einkürzen)
    bekorten
    • bekorten werkwoord (bekort, bekortte, bekortten, bekort)

Vertaal Matrix voor kürzer machen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bekorten Abkürzen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bekorten einkürzen; kürzen; kürzer machen; verkleinern; verkürzen

Synoniemen voor "kürzer machen":


Verwante vertalingen van kürzer machen