Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor linieren (Duits) in het Nederlands

linieren:

linieren werkwoord (liniere, linierst, liniert, linierte, liniertet, liniert)

  1. linieren (liniieren; abnehmen)
    lijnen
    • lijnen werkwoord (lijn, lijnt, lijnde, lijnden, gelijnd)
  2. linieren (streifen)
    strepen; strepen trekken
    • strepen werkwoord (streep, streept, streepte, streepten, getreept)
    • strepen trekken werkwoord (trek streep, trekt streep, trok streep, trokken streep, streep getrokkenn)
  3. linieren
    belijnen; liniëren; van lijnen voorzien

Conjugations for linieren:

Präsens
  1. liniere
  2. linierst
  3. liniert
  4. linieren
  5. liniert
  6. linieren
Imperfekt
  1. linierte
  2. liniertest
  3. linierte
  4. linierten
  5. liniertet
  6. linierten
Perfekt
  1. habe liniert
  2. hast liniert
  3. hat liniert
  4. haben liniert
  5. habt liniert
  6. haben liniert
1. Konjunktiv [1]
  1. liniere
  2. linierest
  3. liniere
  4. linieren
  5. linieret
  6. linieren
2. Konjunktiv
  1. linierte
  2. liniertest
  3. linierte
  4. linierten
  5. liniertet
  6. linierten
Futur 1
  1. werde linieren
  2. wirst linieren
  3. wird linieren
  4. werden linieren
  5. werdet linieren
  6. werden linieren
1. Konjunktiv [2]
  1. würde linieren
  2. würdest linieren
  3. würde linieren
  4. würden linieren
  5. würdet linieren
  6. würden linieren
Diverses
  1. linier!
  2. liniert!
  3. linieren Sie!
  4. liniert
  5. linierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor linieren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lijnen Abnehmen; Diät; Diät halten
strepen Streifen; Striche
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
belijnen linieren
lijnen abnehmen; linieren; liniieren
liniëren linieren
strepen linieren; streifen
strepen trekken linieren; streifen
van lijnen voorzien linieren