Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. mannigfaltig:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor mannigfaltig (Duits) in het Nederlands

mannigfaltig:

mannigfaltig bijvoeglijk naamwoord

  1. mannigfaltig (unterschiedlich; verschieden; verschiedenartig; mannigfach)
    uiteenlopend; divers; verschillend; onderscheiden; ongelijksoortig
  2. mannigfaltig (verschiedenartig; divers)
    veelsoortig

Vertaal Matrix voor mannigfaltig:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onderscheiden Unterschied machen; abstechen; anschauen; ansehen; auseinanderhalten; bemerken; bestimmen; betrachten; dekorieren; determinieren; ein Ehrezeichen geben; einen Orden verleihen; erkennen; feststellen; glänzen; glühen; gucken; hinausragen; hinausragenüber; in den Ritterstand erheben; leuchten; schauen; scheinen; sehen; sich hervortun; sich unterscheiden; sichauszeichnen; spiegeln; spielen; strahlen; unterscheiden; unterschieden; wahrnehmen; zu sehen bekommen; zum Ritter schlagen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
divers mannigfach; mannigfaltig; unterschiedlich; verschieden; verschiedenartig
onderscheiden mannigfach; mannigfaltig; unterschiedlich; verschieden; verschiedenartig
ongelijksoortig mannigfach; mannigfaltig; unterschiedlich; verschieden; verschiedenartig
uiteenlopend mannigfach; mannigfaltig; unterschiedlich; verschieden; verschiedenartig
veelsoortig divers; mannigfaltig; verschiedenartig
verschillend mannigfach; mannigfaltig; unterschiedlich; verschieden; verschiedenartig unterschiedlich; verschieden; verschiedenartig

Synoniemen voor "mannigfaltig":


Wiktionary: mannigfaltig


Cross Translation:
FromToVia
mannigfaltig talrijk; veelvuldig; divers; veelvoudig manifold — various in kind or quality