Duits

Uitgebreide vertaling voor passend (Duits) in het Nederlands

passend:

passend bijvoeglijk naamwoord

  1. passend (geziemend)
    correct; juiste
  2. passend (geziemend)
    gepaste
  3. passend
    passende
  4. passend
    gelegen; van pas
  5. passend (adäquat; geeignet; entsprechend; angemessen; gemessen)
    passend; adequaat; geschikt; gepast; juist
  6. passend (schicklich; angemessen; geziemend)
    netjes; gepast; keurig
  7. passend (geeignet)
    toepasbaar
  8. passend (geeignet; schicklich; angemessen)
    geschikt; passend; geëigend; gepast
  9. passend (adäquat)
    passend
  10. passend (abgemessen)
    gemeten
  11. passend (abgemessen)
    afgepast
  12. passend (ziemlich)
    behoorlijke; redelijke; tamelijke

passend werkwoord

  1. passend

Vertaal Matrix voor passend:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
precies passend maken passend
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adequaat adäquat; angemessen; entsprechend; geeignet; gemessen; passend
afgepast abgemessen; passend
correct geziemend; passend akkurat; einsichtsvoll; einwandfrei; fehlerfrei; fleckenlos; genau; gescheit; geschickt; gewissenhaft; gründlich; gut; haargenau; korrekt; makellos; minuziös; ordentlich; peinlich genau; richtig; sachverständig; tadellos; vernünftig
gelegen passend gestellt; situiert
gepast adäquat; angemessen; entsprechend; geeignet; gemessen; geziemend; passend; schicklich
geschikt adäquat; angemessen; entsprechend; geeignet; gemessen; passend; schicklich angenehm; anständig; arbeitstauglich; befähig; ehrlich; erfreulich; erwerbsfähig; fair; freundlich; freundschaftlich; fähig; gefällig; gesellig; gutartig; kameradschaftlich; kapabel; kompetent; korrekt; liebenswürdig; nett; redlich; sympathisch; umgänglich
geëigend angemessen; geeignet; passend; schicklich
juist adäquat; angemessen; entsprechend; geeignet; gemessen; passend akkurat; eben; eben noch; einwandfrei; genau; gerade; gerade eben; gewissenhaft; gründlich; gut; haargenau; korrekt; minuziös; neulich; peinlich genau; prezies; richtig; soeben; tadellos; vorhin; wahr
keurig angemessen; geziemend; passend; schicklich ansehnlich; einwandfrei; fehlerfrei; fleckenlos; korrekt; makellos; ordentlich; respektabel; säuberlich; tadellos
passend adäquat; angemessen; entsprechend; geeignet; gemessen; passend; schicklich
toepasbaar geeignet; passend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
netjes angemessen; geziemend; passend; schicklich angemessen; anständig; aufgeräumt; brav; dezent; gebildet; gepflegt; gesäubert; höflich; korrekt; ordentlich; pur; rein; sauber; sittsam; säuberlich; tadellos; tugendhaft; wohlanständig; wohlerzogen; zivilisiert; züchtig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
behoorlijke passend; ziemlich besonders; gehörig; sehr
gemeten abgemessen; passend
gepaste geziemend; passend
juiste geziemend; passend
passende passend
redelijke passend; ziemlich
tamelijke passend; ziemlich
van pas passend

Synoniemen voor "passend":


Wiktionary: passend


Cross Translation:
FromToVia
passend geschikt; toepasselijk; passend appropriate — peculiar, suitable, fit, proper
passend passend; gepast; toepasselijk apt — fit or fitted; suited; suitable; appropriate
passend goed; juist; gepast; geschikt proper — fit, suitable
passend bruikbaar; geschikt; doelmatig; gemakkelijk; gepast; passend; betamelijk; toepasselijk; behoorlijk; fatsoenlijk; keurig; voegzaam; welvoeglijk convenable — Qui est approprier, qui convient à quelqu’un ou à quelque chose.

Verwante vertalingen van passend