Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. passiv:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor passiv (Duits) in het Nederlands

passiv:

passiv bijvoeglijk naamwoord

  1. passiv (untätig)
    passief; lijdelijk
  2. passiv
    passief
  3. passiv (gelassen; geduldig; fügsam; langmütig; sich fügend)
    geduldig; kalm afwachtend
  4. passiv (sich fügend)
    berustend; gelaten; lijdelijk

Vertaal Matrix voor passiv:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geduldig fügsam; geduldig; gelassen; langmütig; passiv; sich fügend
gelaten passiv; sich fügend geduldig; gelassen; langmütig; stoisch
lijdelijk passiv; sich fügend; untätig
passief passiv; untätig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
berustend passiv; sich fügend
kalm afwachtend fügsam; geduldig; gelassen; langmütig; passiv; sich fügend

Synoniemen voor "passiv":


Wiktionary: passiv

passiv
adjective
  1. zonder verzet ongemak verdragend

Cross Translation:
FromToVia
passiv passief passive — not active, but acted upon
passiv passief passive — taking no action
passiv passief passive — grammar: being in the passive voice
passiv lijdelijk; passief passif — Qui souffrir, qui subir l’action, l’impression.