Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal reserviert

Vertaal reserviert van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. reserviert:
  2. reservieren:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor reserviert (Duits) in het Nederlands

reserviert:

reserviert bijvoeglijk naamwoord

  1. reserviert (zurückhaltend; verschlossen; verschwiegen; schweigsam; zugeknöpft)
    gereserveerd; opzijgezet
  2. reserviert (zurückhaltend)
    terughoudend; gereserveerd; ingetogen; gesloten; terughoudende; koel; geheimzinnig
  3. reserviert (kühl; frisch; nüchtern)
    fris; frisjes; koel

Vertaal Matrix voor reserviert:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fris frisch; kühl; nüchtern; reserviert frisch; frostig; kalt; kühl
geheimzinnig reserviert; zurückhaltend geheimnisvoll; mysteriös; rätselhaft; sonderbar
gereserveerd reserviert; schweigsam; verschlossen; verschwiegen; zugeknöpft; zurückhaltend
gesloten reserviert; zurückhaltend abgeschlossen; dicht; fest verschlossen; geschlossen; schweigsam; verschlossen; wenig sprechend
ingetogen reserviert; zurückhaltend bedeckt; bescheiden; diskret; einfach; gemäßigt; gemütlich; schlicht; sittsam
koel frisch; kühl; nüchtern; reserviert; zurückhaltend cool; frisch; frostig; fröstelnd; gekühlt; gleichgültig; kalt; kaltherzig; klatblütig; kühl; kühlend; lakonisch; nüchtern; sachlich; unberürht; ungerührt
terughoudend reserviert; zurückhaltend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
frisjes frisch; kühl; nüchtern; reserviert
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opzijgezet reserviert; schweigsam; verschlossen; verschwiegen; zugeknöpft; zurückhaltend
terughoudende reserviert; zurückhaltend

Synoniemen voor "reserviert":


Wiktionary: reserviert

Cross Translation:
FromToVia
• reserviert → gereserveerd; afstandelijk; terughoudend ↔ aloof — reserved and remote; either physically or emotionally distant

reserviert vorm van reservieren:

reservieren werkwoord (reserviere, reservierst, reserviert, reservierte, reserviertet, reserviert)

  1. reservieren (zurückhalten; auf die Seite legen; zurückstellen; )
    reserveren; behouden; opzijleggen; achterhouden; terughouden
    • reserveren werkwoord (reserveer, reserveert, reserveerde, reserveerden, gereserveerd)
    • behouden werkwoord (behoud, behoudt, behield, behielden, behouden)
    • opzijleggen werkwoord (leg opzij, legt opzij, legde opzij, legden opzij, opzij gelegd)
    • achterhouden werkwoord (houd achter, houdt achter, hield achter, hielden achter, achtergehouden)
    • terughouden werkwoord (houd terug, houdt terug, hield terug, hielden terug, teruggehouden)

Conjugations for reservieren:

Präsens
  1. reserviere
  2. reservierst
  3. reserviert
  4. reservieren
  5. reserviert
  6. reservieren
Imperfekt
  1. reservierte
  2. reserviertest
  3. reservierte
  4. reservierten
  5. reserviertet
  6. reservierten
Perfekt
  1. habe reserviert
  2. hast reserviert
  3. hat reserviert
  4. haben reserviert
  5. habt reserviert
  6. haben reserviert
1. Konjunktiv [1]
  1. reserviere
  2. reservierest
  3. reserviere
  4. reservieren
  5. reservieret
  6. reservieren
2. Konjunktiv
  1. reservierte
  2. reserviertest
  3. reservierte
  4. reservierten
  5. reserviertet
  6. reservierten
Futur 1
  1. werde reservieren
  2. wirst reservieren
  3. wird reservieren
  4. werden reservieren
  5. werdet reservieren
  6. werden reservieren
1. Konjunktiv [2]
  1. würde reservieren
  2. würdest reservieren
  3. würde reservieren
  4. würden reservieren
  5. würdet reservieren
  6. würden reservieren
Diverses
  1. reservier!
  2. reserviert!
  3. reservieren Sie!
  5. reserviert
  6. reservierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor reservieren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achterhouden auf die Seite legen; beiseite legen; reservieren; zur Seite legen; zurückhalten; zurücklegen; zurückstellen abschirmen; behalten; entwenden; hinterziehen; kamouflieren; klauen; rauben; sich aneignen; stehlen; tarnen; unterschlagen; verbergen; verhehlen; verheimlichen; verschleiern; verschweigen; verstecken; veruntreuen; wegschnappen; zurückbehalten; zurückhalten
behouden auf die Seite legen; beiseite legen; reservieren; zur Seite legen; zurückhalten; zurücklegen; zurückstellen abschirmen; achtgeben; aufbewahren; aufheben; aufpassen; beaufsichtigen; behüten; beschützen; bewahren; einbüchsen; einkochen; einmachen; hüten; im Stand erhalten; konservieren
opzijleggen auf die Seite legen; beiseite legen; reservieren; zur Seite legen; zurückhalten; zurücklegen; zurückstellen
reserveren auf die Seite legen; beiseite legen; reservieren; zur Seite legen; zurückhalten; zurücklegen; zurückstellen auf die Seitelegen; beiseite legen; ein Reis buchen; ein Reis reservieren; freihalten; offenhalten; vorbehalten; zur Seite legen; zurückbehalten; zurückhalten; zurücklegen; zurückstellen
terughouden auf die Seite legen; beiseite legen; reservieren; zur Seite legen; zurückhalten; zurücklegen; zurückstellen abhalten; abwehren; abwenden; bezwingen; bezähmen; unterdrücken; zurückhalten

Synoniemen voor "reservieren":


Wiktionary: reservieren

reservieren
verb
  1. vooruit bestellen
  2. reserveren van bijvoorbeeld een hotelkamer
  3. vrijhouden
Cross Translation:
FromToVia
• reservieren → reserveren; boeken ↔ book — reserve
• reservieren → reserveren ↔ reserve — to book in advance
• reservieren → openhouden; reserveren; vrijhouden; bespreken; boeken ↔ réserver — garder, retenir quelque chose d’un tout, une chose entre plusieurs autres.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0298 seconde
Page rendered in 1.0 seconds