Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor schnippisch (Duits) in het Nederlands

schnippisch:

schnippisch bijvoeglijk naamwoord

  1. schnippisch (scharf; bissig)
    pinnig; kattig; onvriendelijk; bits; vinnig; snibbig; snauwerig; spinnig
  2. schnippisch (bitter entäuscht; verbittert; hell; )
    verbitterd; bitter teleurgesteld

Vertaal Matrix voor schnippisch:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bits bissig; scharf; schnippisch Zickig; bissig; kratzbürstig; schnauzig
kattig bissig; scharf; schnippisch Zickig; bissig; kratzbürstig; schnauzig
onvriendelijk bissig; scharf; schnippisch grob; nicht nett; taktlos; unfreundlich; unhöflich; unmanierlich
pinnig bissig; scharf; schnippisch Zickig; bissig; kratzbürstig; scharf; schnauzig; spitzig
snauwerig bissig; scharf; schnippisch
snibbig bissig; scharf; schnippisch bissig; scharf; spitzig
spinnig bissig; scharf; schnippisch Zickig; bissig; kratzbürstig; schnauzig
verbitterd beißend; bissig; bitter entäuscht; geharnischt; gellend; grell; grimmig; haarig; hart; heftig; hell; höllisch; klirrend; rasend; roh; rüde; schneidig; schnippisch; stürmisch; tobend; tüchtig; verbittert; wild; wüst; wütend; öde
vinnig bissig; scharf; schnippisch bissig; scharf; spitzig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bitter teleurgesteld beißend; bissig; bitter entäuscht; geharnischt; gellend; grell; grimmig; haarig; hart; heftig; hell; höllisch; klirrend; rasend; roh; rüde; schneidig; schnippisch; stürmisch; tobend; tüchtig; verbittert; wild; wüst; wütend; öde

Synoniemen voor "schnippisch":