Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal simulieren

Vertaal simulieren van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. simulieren:

Duits

Uitgebreide vertaling voor simulieren (Duits) in het Nederlands

simulieren:

simulieren werkwoord (simuliere, simulierst, simuliert, simulierte, simuliertet, simuliert)

  1. simulieren (erdichten; vortäuschen; sichverstellen; )
    simuleren; fingeren; veinzen; voorwenden
    • simuleren werkwoord (simuleer, simuleert, simuleerde, simuleerden, gesimuleerd)
    • fingeren werkwoord (fingeer, fingeert, fingeerde, fingeerden, gefingeerd)
    • veinzen werkwoord (veins, veinst, veinsde, veinsden, geveinsd)
    • voorwenden werkwoord (wend voor, wendt voor, wendde voor, wendden voor, voorgewend)

Conjugations for simulieren:

Präsens
  1. simuliere
  2. simulierst
  3. simuliert
  4. simulieren
  5. simuliert
  6. simulieren
Imperfekt
  1. simulierte
  2. simuliertest
  3. simulierte
  4. simulierten
  5. simuliertet
  6. simulierten
Perfekt
  1. habe simuliert
  2. hast simuliert
  3. hat simuliert
  4. haben simuliert
  5. habt simuliert
  6. haben simuliert
1. Konjunktiv [1]
  1. simuliere
  2. simulierest
  3. simuliere
  4. simulieren
  5. simulieret
  6. simulieren
2. Konjunktiv
  1. simulierte
  2. simuliertest
  3. simulierte
  4. simulierten
  5. simuliertet
  6. simulierten
Futur 1
  1. werde simulieren
  2. wirst simulieren
  3. wird simulieren
  4. werden simulieren
  5. werdet simulieren
  6. werden simulieren
1. Konjunktiv [2]
  1. würde simulieren
  2. würdest simulieren
  3. würde simulieren
  4. würden simulieren
  5. würdet simulieren
  6. würden simulieren
Diverses
  1. simulier!
  2. simuliert!
  3. simulieren Sie!
  5. simuliert
  6. simulierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor simulieren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fingeren erdichten; erfinden; heucheln; sichverstellen; simulieren; spielen; vorgeben; vormachen; vortun; vortäuschen
simuleren erdichten; erfinden; heucheln; sichverstellen; simulieren; spielen; vorgeben; vormachen; vortun; vortäuschen
veinzen erdichten; erfinden; heucheln; sichverstellen; simulieren; spielen; vorgeben; vormachen; vortun; vortäuschen
voorwenden erdichten; erfinden; heucheln; sichverstellen; simulieren; spielen; vorgeben; vormachen; vortun; vortäuschen ausdenken; ausklügeln; austüfteln; erdichten; erfinden; ersinnen; phantasieren; planen; sich ausdenken

Synoniemen voor "simulieren":








Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0244 seconde
Page rendered in 1.0 seconds