Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. titulieren:


Duits

Uitgebreide vertaling voor titulieren (Duits) in het Nederlands

titulieren:

titulieren werkwoord (tituliere, titulierst, tituliert, titulierte, tituliertet, tituliert)

  1. titulieren (melden; erwähnen; erklären; )
    vermelden; noemen; erbij zeggen
    • vermelden werkwoord (vermeld, vermeldt, vermeldde, vermeldden, vermeld)
    • noemen werkwoord (noem, noemt, noemde, noemden, genoemd)
    • erbij zeggen werkwoord
  2. titulieren
    tituleren
    • tituleren werkwoord (tituleer, tituleert, tituleerde, tituleerden, getituleerd)

Conjugations for titulieren:

Präsens
  1. tituliere
  2. titulierst
  3. tituliert
  4. titulieren
  5. tituliert
  6. titulieren
Imperfekt
  1. titulierte
  2. tituliertest
  3. titulierte
  4. titulierten
  5. tituliertet
  6. titulierten
Perfekt
  1. habe tituliert
  2. hast tituliert
  3. hat tituliert
  4. haben tituliert
  5. habt tituliert
  6. haben tituliert
1. Konjunktiv [1]
  1. tituliere
  2. titulierest
  3. tituliere
  4. titulieren
  5. titulieret
  6. titulieren
2. Konjunktiv
  1. titulierte
  2. tituliertest
  3. titulierte
  4. titulierten
  5. tituliertet
  6. titulierten
Futur 1
  1. werde titulieren
  2. wirst titulieren
  3. wird titulieren
  4. werden titulieren
  5. werdet titulieren
  6. werden titulieren
1. Konjunktiv [2]
  1. würde titulieren
  2. würdest titulieren
  3. würde titulieren
  4. würden titulieren
  5. würdet titulieren
  6. würden titulieren
Diverses
  1. titulier!
  2. tituliert!
  3. titulieren Sie!
  4. tituliert
  5. titulierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor titulieren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
erbij zeggen ausschreiben; bekanntgeben; benennen; erklären; erwähnen; informieren; melden; mitteilen; nennen; titulieren
noemen ausschreiben; bekanntgeben; benennen; erklären; erwähnen; informieren; melden; mitteilen; nennen; titulieren benennen; ernennen; nennen
tituleren titulieren
vermelden ausschreiben; bekanntgeben; benennen; erklären; erwähnen; informieren; melden; mitteilen; nennen; titulieren

Synoniemen voor "titulieren":