Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. transformieren:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor transformieren (Duits) in het Nederlands

transformieren:

transformieren werkwoord (transformiere, transformierst, transformiert, transformierte, transformiertet, transformiert)

  1. transformieren
    transformeren; omschakelen van stroom
  2. transformieren
    transformeren
    • transformeren werkwoord (transformeer, transformeert, transformeerde, transformeerden, getransformeerd)
  3. transformieren (sich wälzen; rollen; rotieren; )
    draaien; roteren; rollen; wentelen; ronddraaien; kantelen
    • draaien werkwoord (draai, draait, draaide, draaiden, gedraaid)
    • roteren werkwoord (roteer, roteert, roteerde, roteerden, geroteerd)
    • rollen werkwoord (rol, rolt, rolde, rolden, gerold)
    • wentelen werkwoord (wentel, wentelt, wentelde, wentelden, gewenteld)
    • ronddraaien werkwoord (draai rond, draait rond, draaide rond, draaiden rond, rondgedraaid)
    • kantelen werkwoord (kantel, kantelt, kantelde, kantelden, gekanteld)

Conjugations for transformieren:

Präsens
  1. transformiere
  2. transformierst
  3. transformiert
  4. transformieren
  5. transformiert
  6. transformieren
Imperfekt
  1. transformierte
  2. transformiertest
  3. transformierte
  4. transformierten
  5. transformiertet
  6. transformierten
Perfekt
  1. habe transformiert
  2. hast transformiert
  3. hat transformiert
  4. haben transformiert
  5. habt transformiert
  6. haben transformiert
1. Konjunktiv [1]
  1. transformiere
  2. transformierest
  3. transformiere
  4. transformieren
  5. transformieret
  6. transformieren
2. Konjunktiv
  1. transformierte
  2. transformiertest
  3. transformierte
  4. transformierten
  5. transformiertet
  6. transformierten
Futur 1
  1. werde transformieren
  2. wirst transformieren
  3. wird transformieren
  4. werden transformieren
  5. werdet transformieren
  6. werden transformieren
1. Konjunktiv [2]
  1. würde transformieren
  2. würdest transformieren
  3. würde transformieren
  4. würden transformieren
  5. würdet transformieren
  6. würden transformieren
Diverses
  1. transformier!
  2. transformiert!
  3. transformieren Sie!
  4. transformiert
  5. transformierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor transformieren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
draaien Drehen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
draaien drehen; herumdrehen; herumschwenken; herumwirbeln; kehren; kugeln; rollen; rotieren; sich drehen; sich herum drehen; sich wälzen; transformieren; umdrehen; umkehren; umwenden; verdrehen Zweifingerdrehung; ausreden; drechseln; drehen; eindrehen; herumdrehen; herumwirbeln; heucheln; kehren; kreiseln; mit dem Kreisel spielen; quirlen; rieseln; rollen; rotieren; schwenken; sich drehen; sichdrehen; strudeln; stöbern; säuseln; umdrehen; umkehren; wenden; winden; wirbeln
kantelen drehen; herumdrehen; herumschwenken; herumwirbeln; kehren; kugeln; rollen; rotieren; sich drehen; sich herum drehen; sich wälzen; transformieren; umdrehen; umkehren; umwenden; verdrehen kanten; kentern; kippen; umfallen; umkippen
omschakelen van stroom transformieren
rollen drehen; herumdrehen; herumschwenken; herumwirbeln; kehren; kugeln; rollen; rotieren; sich drehen; sich herum drehen; sich wälzen; transformieren; umdrehen; umkehren; umwenden; verdrehen
ronddraaien drehen; herumdrehen; herumschwenken; herumwirbeln; kehren; kugeln; rollen; rotieren; sich drehen; sich herum drehen; sich wälzen; transformieren; umdrehen; umkehren; umwenden; verdrehen ausreden; drechseln; drehen; herumdrehen; herumwirbeln; heucheln; kreiseln; mit dem Kreisel spielen; quirlen; rieseln; rollen; schwenken; sichdrehen; strudeln; stöbern; säuseln; winden; wirbeln
roteren drehen; herumdrehen; herumschwenken; herumwirbeln; kehren; kugeln; rollen; rotieren; sich drehen; sich herum drehen; sich wälzen; transformieren; umdrehen; umkehren; umwenden; verdrehen
transformeren transformieren umwandeln
wentelen drehen; herumdrehen; herumschwenken; herumwirbeln; kehren; kugeln; rollen; rotieren; sich drehen; sich herum drehen; sich wälzen; transformieren; umdrehen; umkehren; umwenden; verdrehen

Synoniemen voor "transformieren":


Wiktionary: transformieren

transformieren
verb
  1. richten op een doel
  2. iets een andere vorm of functie geven