Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. unabsichtlich:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor unabsichtlich (Duits) in het Nederlands

unabsichtlich:

unabsichtlich bijvoeglijk naamwoord

  1. unabsichtlich (unwissentlich)
    onbedoeld
  2. unabsichtlich (unbewußt; unwissend; unwissentlich; )
    onbewust; onopzettelijk
  3. unabsichtlich (nicht wissentlich; unbewußt; unwissentlich; geistesabwesend; unwillkürlich)
    onwillekeurig; niet willekeurig

Vertaal Matrix voor unabsichtlich:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onbedoeld unabsichtlich; unwissentlich
onbewust gedankenlos; geistesabwesend; unabsichtlich; unbewußt; unwillkürlich; unwissend; unwissentlich; unüberlegt
onopzettelijk gedankenlos; geistesabwesend; unabsichtlich; unbewußt; unwillkürlich; unwissend; unwissentlich; unüberlegt
onwillekeurig geistesabwesend; nicht wissentlich; unabsichtlich; unbewußt; unwillkürlich; unwissentlich gedankenlos; leichtfertig; unbedachtsam; unbesonnen; unüberlegt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
niet willekeurig geistesabwesend; nicht wissentlich; unabsichtlich; unbewußt; unwillkürlich; unwissentlich

Synoniemen voor "unabsichtlich":


Wiktionary: unabsichtlich

unabsichtlich
adjective
  1. zonder opzet gedaan

Cross Translation:
FromToVia
unabsichtlich niet intentioneel involuntary — Without intention; unintentional
unabsichtlich onbedoeld; onbedoelde unintentional — not intended or deliberate; inadvertent; unwitting
unabsichtlich onbedoeld unintentionally — in an unintentional manner