Duits

Uitgebreide vertaling voor unbestreitbar (Duits) in het Nederlands

unbestreitbar:

unbestreitbar bijvoeglijk naamwoord

  1. unbestreitbar (unleugbar; unstrittig)
    ontegenzeggelijk
  2. unbestreitbar (unverkennbar; unstreitig; unleugbar)
    onmiskenbaar; onloochenbaar
  3. unbestreitbar (unumstößlich; unwiderlegbar; unwiderleglich)
    onomstotelijk; onweerlegbaar
  4. unbestreitbar (unwiderlegbar; unumstößlich)
    onbetwistbaar; onaanvechtbaar

Vertaal Matrix voor unbestreitbar:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onaanvechtbaar unbestreitbar; unumstößlich; unwiderlegbar
onbetwistbaar unbestreitbar; unumstößlich; unwiderlegbar
onloochenbaar unbestreitbar; unleugbar; unstreitig; unverkennbar
onmiskenbaar unbestreitbar; unleugbar; unstreitig; unverkennbar augenscheinlich; ausgeprägt; deutlich; eindeutig; klar; markant; offensichtlich; prononciert; sicher; sonnenklar; unverkennbar; überdeutlich
onomstotelijk unbestreitbar; unumstößlich; unwiderlegbar; unwiderleglich
onweerlegbaar unbestreitbar; unumstößlich; unwiderlegbar; unwiderleglich eindeutig; einwandfrei; endgültig; entschieden; handfest; sprechend; unumstößlich; unvermeidlich; unwiderlegbar; unwiderleglich; unwiderruflich; unwiederbringlich
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ontegenzeggelijk unbestreitbar; unleugbar; unstrittig

Synoniemen voor "unbestreitbar":