Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal verehren

Vertaal verehren van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. verehren:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor verehren (Duits) in het Nederlands

verehren:

verehren werkwoord (verehre, verehrst, verehrt, verehrte, verehrtet, verehrt)

  1. verehren (schätzen; würdigen; respektieren; )
    appreciëren; waarderen; op prijs stellen
    • appreciëren werkwoord (apprecieer, apprecieert, apprecieerde, apprecieerden, geapprecieerd)
    • waarderen werkwoord (waardeer, waardeert, waardeerde, waardeerden, gewaardeerd)
    • op prijs stellen werkwoord
  2. verehren (anbeten; vergöttern; anhimmeln)
    aanbidden; adoreren; verafgoden
    • aanbidden werkwoord (aanbid, aanbidt, aanbad, aanbaden, aanbeden)
    • adoreren werkwoord
    • verafgoden werkwoord (verafgod, verafgodt, verafgoodde, verafgoodden, verafgod)
  3. verehren (hochachten; respektieren; achten; )
    respecteren; eerbiedigen; hoogschatten; achten; hoogachten
    • respecteren werkwoord (respecteer, respecteert, respecteerde, respecteerden, gerespecteerd)
    • eerbiedigen werkwoord (eerbiedig, eerbiedigt, eerbiedigde, eerbiedigden, eerbiedigd)
    • hoogschatten werkwoord (schat hoog, schatte hoog, schatten hoog, gehoogschat)
    • achten werkwoord (acht, achtte, achtten, geacht)
    • hoogachten werkwoord (acht hoog, achtte hoog, achtten hoog, hooggeacht)
  4. verehren (spenden; geben; schenken; )
    geven; schenken; doneren
    • geven werkwoord (geef, geeft, gaf, gaven, gegeven)
    • schenken werkwoord (schenk, schenkt, schonk, schonken, geschonken)
    • doneren werkwoord (doneer, doneert, doneerde, doneerden, gedoneerd)

Conjugations for verehren:

Präsens
  1. verehre
  2. verehrst
  3. verehrt
  4. verehren
  5. verehrt
  6. verehren
Imperfekt
  1. verehrte
  2. verehrtest
  3. verehrte
  4. verehrten
  5. verehrtet
  6. verehrten
Perfekt
  1. habe verehrt
  2. hast verehrt
  3. hat verehrt
  4. haben verehrt
  5. habt verehrt
  6. haben verehrt
1. Konjunktiv [1]
  1. verehre
  2. verehrest
  3. verehre
  4. verehren
  5. verehret
  6. verehren
2. Konjunktiv
  1. verehrte
  2. verehrtest
  3. verehrte
  4. verehrten
  5. verehrtet
  6. verehrten
Futur 1
  1. werde verehren
  2. wirst verehren
  3. wird verehren
  4. werden verehren
  5. werdet verehren
  6. werden verehren
1. Konjunktiv [2]
  1. würde verehren
  2. würdest verehren
  3. würde verehren
  4. würden verehren
  5. würdet verehren
  6. würden verehren
Diverses
  1. verehr!
  2. verehrt!
  3. verehren Sie!
  5. verehrt
  6. verehrend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor verehren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanbidden Ehrerbietung; Hochachtung; Respekt
achten Achten; Ehren; Erweisen der Ehre
appreciëren Würdigung
eerbiedigen Ehrerbietung; Hochachtung; Respekt
waarderen Anerkennen; Anrechnen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanbidden anbeten; anhimmeln; verehren; vergöttern anbeten; anhimmeln
achten achten; ehren; hochachten; hochhalten; hochschätzen; respektieren; schätzen; verehren
adoreren anbeten; anhimmeln; verehren; vergöttern
appreciëren achten; ehren; hochachten; hochhalten; hochschätzen; respektieren; schätzen; verehren; würdigen
doneren ausstellen; austeilen; begünstigen; bevorrechten; bevorzugen; einreichen; einschenken; erweisen; geben; gießen; schenken; spenden; stiften; verehren; verschenken
eerbiedigen achten; ehren; hochachten; hochhalten; hochschätzen; respektieren; schätzen; verehren ehren
geven ausstellen; austeilen; begünstigen; bevorrechten; bevorzugen; einreichen; einschenken; erweisen; geben; gießen; schenken; spenden; stiften; verehren; verschenken anbieten; austragen; besorgen; bieten; darbieten; darreichen; einflößen; eingeben; geben; hergeben; herreichen; herumgeben; herüberreichen; hinhalten; hinüberreichen; ins Haus liefern; jemandem etwas verabreichen; liefern; präsentieren; reichen; senden; verabreichen; verordnen; zustellen; überreichen
hoogachten achten; ehren; hochachten; hochhalten; hochschätzen; respektieren; schätzen; verehren
hoogschatten achten; ehren; hochachten; hochhalten; hochschätzen; respektieren; schätzen; verehren
op prijs stellen achten; ehren; hochachten; hochhalten; hochschätzen; respektieren; schätzen; verehren; würdigen
respecteren achten; ehren; hochachten; hochhalten; hochschätzen; respektieren; schätzen; verehren
schenken ausstellen; austeilen; begünstigen; bevorrechten; bevorzugen; einreichen; einschenken; erweisen; geben; gießen; schenken; spenden; stiften; verehren; verschenken ausgießen; ausschütten; austragen; besorgen; donieren; einschenken; geben; gießen; hergeben; herreichen; hineingießen; ins Haus liefern; liefern; nachgiessen; nachschenken; reichen; schenken; schütten; senden; stiften; stürzen; verschenken; weggeben; zustellen
verafgoden anbeten; anhimmeln; verehren; vergöttern
waarderen achten; ehren; hochachten; hochhalten; hochschätzen; respektieren; schätzen; verehren; würdigen

Synoniemen voor "verehren":


Wiktionary: verehren

Cross Translation:
FromToVia
• verehren → bewonderen; aanbidden ↔ admire — regard with wonder and delight
• verehren → aanbidden; adoreren ↔ adore — worship
• verehren → aanbidden; adoreren ↔ adore — love with entire heart and soul
• verehren → vereren ↔ worship — to honor and adore, especially as a deity
• verehren → eren; huldigen; vereren ↔ honorer — rendre honneur et respect.
• verehren → aanbidden; adoreren; verafgoden; vereren ↔ idolâtrer — aimer avec excès quelqu’un ou quelque chose.
• verehren → aanbidden; adoreren; verafgoden; vereren ↔ vénérer — Rendre un culte à un dieu, à un saint ou à des choses saintes ou sacrées ; adorer.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0328 seconde
Page rendered in 1.0 seconds