Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. verkapseln:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor verkapseln (Duits) in het Nederlands

verkapseln:

verkapseln werkwoord (verkapsele, verkapselst, verkapselt, verkapselte, verkapseltet, verkapselt)

  1. verkapseln (hinzufügen; einschließen; beifügen; )
    toevoegen; bijvoegen; insluiten; bijsluiten
    • toevoegen werkwoord (voeg toe, voegt toe, voegde toe, voegden toe, toegevoegd)
    • bijvoegen werkwoord (voeg bij, voegt bij, voegde bij, voegden bij, bijgevoegd)
    • insluiten werkwoord (sluit in, sloot in, sloten in, ingesloten)
    • bijsluiten werkwoord

Conjugations for verkapseln:

Präsens
  1. verkapsele
  2. verkapselst
  3. verkapselt
  4. verkapselen
  5. verkapselt
  6. verkapselen
Imperfekt
  1. verkapselte
  2. verkapseltest
  3. verkapselte
  4. verkapselten
  5. verkapseltet
  6. verkapselten
Perfekt
  1. habe verkapselt
  2. hast verkapselt
  3. hat verkapselt
  4. haben verkapselt
  5. habt verkapselt
  6. haben verkapselt
1. Konjunktiv [1]
  1. verkapsele
  2. verkapselest
  3. verkapsele
  4. verkapselen
  5. verkapselet
  6. verkapselen
2. Konjunktiv
  1. verkapselte
  2. verkapseltest
  3. verkapselte
  4. verkapselten
  5. verkapseltet
  6. verkapselten
Futur 1
  1. werde verkapseln
  2. wirst verkapseln
  3. wird verkapseln
  4. werden verkapseln
  5. werdet verkapseln
  6. werden verkapseln
1. Konjunktiv [2]
  1. würde verkapseln
  2. würdest verkapseln
  3. würde verkapseln
  4. würden verkapseln
  5. würdet verkapseln
  6. würden verkapseln
Diverses
  1. verkapsel!
  2. verkapselt!
  3. verkapselen Sie!
  4. verkapselt
  5. verkapselnd
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor verkapseln:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bijvoegen Aneinanderreihen; Anfügen
toevoegen Aneinanderreihen; Anfügen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bijsluiten anfügen; beifügen; beilegen; beschränken; bestreichen; blockieren; eindeichen; eindämmen; einhegen; einkapseln; einkreisen; einpferchen; einschließen; einschränken; einsperren; einsäumen; enthalten; erfassen; hinzufügen; schließen; umfassen; umschließen; umziehen; verkapseln anfügen; beifügen; beigeben; beilegen; beimischen; beisetzen; hineintun; hinzufügen; hinzulegen; hinzumengen; hinzumischen; zufügen; zugeben; zulegen
bijvoegen anfügen; beifügen; beilegen; beschränken; bestreichen; blockieren; eindeichen; eindämmen; einhegen; einkapseln; einkreisen; einpferchen; einschließen; einschränken; einsperren; einsäumen; enthalten; erfassen; hinzufügen; schließen; umfassen; umschließen; umziehen; verkapseln anfügen; anschließen; beifügen; beigeben; beilegen; beimischen; beisetzen; hineintun; hinzufügen; hinzulegen; hinzumengen; hinzumischen; zufügen; zugeben; zulegen
insluiten anfügen; beifügen; beilegen; beschränken; bestreichen; blockieren; eindeichen; eindämmen; einhegen; einkapseln; einkreisen; einpferchen; einschließen; einschränken; einsperren; einsäumen; enthalten; erfassen; hinzufügen; schließen; umfassen; umschließen; umziehen; verkapseln einbetten; einhegen; einkreisen; einpferchen; einrahmen; einschließen; einsäumen; umfassen; umringen; umschließen
toevoegen anfügen; beifügen; beilegen; beschränken; bestreichen; blockieren; eindeichen; eindämmen; einhegen; einkapseln; einkreisen; einpferchen; einschließen; einschränken; einsperren; einsäumen; enthalten; erfassen; hinzufügen; schließen; umfassen; umschließen; umziehen; verkapseln anfügen; beifügen; beigeben; beilegen; beimischen; beisetzen; hineintun; hinzufügen; hinzulegen; hinzumengen; hinzumischen; hinzuzählen; komplettieren; mitrechnen; mitzählen; vervollständigen; zufügen; zugeben; zulegen

Wiktionary: verkapseln


Cross Translation:
FromToVia
verkapseln inkapselen encapsulate — to cover as if in a capsule