Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. wuchern:


Duits

Uitgebreide vertaling voor wuchern (Duits) in het Nederlands

wuchern:

wuchern werkwoord

  1. wuchern
    woekeren
    • woekeren werkwoord (woeker, woekert, woekerde, woekerden, gewoekerd)

Vertaal Matrix voor wuchern:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
woekeren wuchern

Synoniemen voor "wuchern":

  • auswuchern; stark ausbreiten