Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. zurücknehmen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor zurücknehmen (Duits) in het Nederlands

zurücknehmen:

zurücknehmen werkwoord (nehme zurück, nimmst zurück, nimmt zurück, nahm zurück, nahmt zurück, zurückgenommen)

  1. zurücknehmen (widerrufen; zurückziehen; zurückrufen; sich zurückziehen)
    herroepen; terugkomen op; intrekken; terugnemen
    • herroepen werkwoord (herroep, herroept, herriep, herroepen)
    • terugkomen op werkwoord
    • intrekken werkwoord (trek in, trekt in, trok in, trokken in, ingetrokken)
    • terugnemen werkwoord (neem terug, neemt terug, nam terug, namen terug, teruggenomen)
  2. zurücknehmen (widerrufen)
    herroepen; terugroepen
    • herroepen werkwoord (herroep, herroept, herriep, herroepen)
    • terugroepen werkwoord (roep terug, roept terug, riep terug, riepen terug, teruggeroepen)
  3. zurücknehmen (widerrufen)
    intrekken; herroepen; terugkomen op; zijn woorden terugnemen
  4. zurücknehmen (bezwingen; unterdrücken; bezähmen)
    bedwingen; in bedwang houden; beteugelen
    • bedwingen werkwoord (bedwing, bedwingt, bedwong, bedwongen, bedwongen)
    • in bedwang houden werkwoord (houd in bedwang, houdt in bedwang, hield in bedwang, hielden in bedwang, in bedwang gehouden)
    • beteugelen werkwoord (beteugel, beteugelt, beteugelde, beteugelden, beteugeld)

Conjugations for zurücknehmen:

Präsens
  1. nehme zurück
  2. nimmst zurück
  3. nimmt zurück
  4. nehmen zurück
  5. nehmt zurück
  6. nehmen zurück
Imperfekt
  1. nahm zurück
  2. nahmst zurück
  3. nahm zurück
  4. nahmen zurück
  5. nahmt zurück
  6. nahmen zurück
Perfekt
  1. habe zurückgenommen
  2. hast zurückgenommen
  3. hat zurückgenommen
  4. haben zurückgenommen
  5. habt zurückgenommen
  6. haben zurückgenommen
1. Konjunktiv [1]
  1. nehme zurück
  2. nehmest zurück
  3. nehme zurück
  4. nehmen zurück
  5. nehmet zurück
  6. nehmen zurück
2. Konjunktiv
  1. nähme zurück
  2. nähmest zurück
  3. nähme zurück
  4. nähmen zurück
  5. nähmet zurück
  6. nähmen zurück
Futur 1
  1. werde zurücknehmen
  2. wirst zurücknehmen
  3. wird zurücknehmen
  4. werden zurücknehmen
  5. werdet zurücknehmen
  6. werden zurücknehmen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde zurücknehmen
  2. würdest zurücknehmen
  3. würde zurücknehmen
  4. würden zurücknehmen
  5. würdet zurücknehmen
  6. würden zurücknehmen
Diverses
  1. nimm zurück!
  2. nehmt zurück!
  3. nehmen Sie zurück!
  4. zurückgenommen
  5. zurücknehmend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor zurücknehmen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
herroepen Aufheben; Widerrufen
intrekken Aufheben; Widerrufen
terugnemen Aufheben; Widerrufen
terugroepen Zurückrufen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedwingen bezwingen; bezähmen; unterdrücken; zurücknehmen beherrschen; bezwingen; bezähmen; unterdrücken; zurückhalten
beteugelen bezwingen; bezähmen; unterdrücken; zurücknehmen beherrschen; bezwingen; bezähmen; bändigen; dämpfen; in Zucht halten; unterdrücken; zurückhalten; zügeln
herroepen sich zurückziehen; widerrufen; zurücknehmen; zurückrufen; zurückziehen
in bedwang houden bezwingen; bezähmen; unterdrücken; zurücknehmen bezwingen; bezähmen; unterdrücken; zurückhalten
intrekken sich zurückziehen; widerrufen; zurücknehmen; zurückrufen; zurückziehen abbestellen; absagen; annulieren; aufheben; einstellen; rückgängig machen; stornieren; streichen
terugkomen op sich zurückziehen; widerrufen; zurücknehmen; zurückrufen; zurückziehen
terugnemen sich zurückziehen; widerrufen; zurücknehmen; zurückrufen; zurückziehen
terugroepen widerrufen; zurücknehmen zurückrufen
zijn woorden terugnemen widerrufen; zurücknehmen

Synoniemen voor "zurücknehmen":


Wiktionary: zurücknehmen

zurücknehmen
verb
  1. nemen wat men eerst heeft gegeven
  2. zeggen dat iets, dat je eerder gezegd hebt, niet klopt

Cross Translation:
FromToVia
zurücknehmen terugnemen withdraw — take back

Verwante vertalingen van zurücknehmen