Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. zwei Personen die zusammen gehören:


Duits

Uitgebreide vertaling voor zwei Personen die zusammen gehören (Duits) in het Nederlands

zwei Personen die zusammen gehören:

zwei Personen die zusammen gehören [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die zwei Personen die zusammen gehören (Paar)
    het paar; het stelletje; de koppel; het stel
    • paar [het ~] zelfstandig naamwoord
    • stelletje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • koppel [de ~] zelfstandig naamwoord
    • stel [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor zwei Personen die zusammen gehören:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
koppel Paar; zwei Personen die zusammen gehören Gespann; Gruppe von zwei oder mehr; Liebespaar; Paar; zwei Stück
paar Paar; zwei Personen die zusammen gehören Liebespaar; Paar; zwei Stück
stel Paar; zwei Personen die zusammen gehören Ansammlung; Gespann; Gruppe von zwei oder mehr; Haufen; Häufung; Menge; Paar
stelletje Paar; zwei Personen die zusammen gehören

Verwante vertalingen van zwei Personen die zusammen gehören