Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. zweifelhaft:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor zweifelhaft (Duits) in het Nederlands

zweifelhaft:

zweifelhaft bijvoeglijk naamwoord

  1. zweifelhaft (dubiös)
    discutabel; twijfelachtig
  2. zweifelhaft (nicht sicher; unsicher; unbestimmt; )
    ongewis; niet zeker; onvast
  3. zweifelhaft (unbeständig; wechselhaft; unentschlossen)
    veranderlijk; inconsistent

Vertaal Matrix voor zweifelhaft:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
discutabel dubiös; zweifelhaft
inconsistent unbeständig; unentschlossen; wechselhaft; zweifelhaft folgewidrig; inkonsequent; nicht folgerichtig; unzusammenhängend
ongewis fraglich; nicht sicher; unbestimmt; ungewiß; unsicher; verworren; zweifelhaft
onvast fraglich; nicht sicher; unbestimmt; ungewiß; unsicher; verworren; zweifelhaft flatterhaft; grundlos; instabil; rank; schlank; schmächtig; schwankend; unbeständig; unfest; ungewiß; unsicher; unsolide; unzuverlässig; veränderlich; wackelig; wandelbar; wankelmütig; wechselhaft
twijfelachtig dubiös; zweifelhaft anfechtbar; bedenklich; bestreitbar; umstritten
veranderlijk unbeständig; unentschlossen; wechselhaft; zweifelhaft flatterhaft; unbeständig; variabel; veränderlich; wandelbar
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
niet zeker fraglich; nicht sicher; unbestimmt; ungewiß; unsicher; verworren; zweifelhaft

Synoniemen voor "zweifelhaft":


Wiktionary: zweifelhaft

zweifelhaft
adjective
  1. wat bezorgdheid of afkeuring opwekt