Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Fichte:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Fichte (Duits) in het Zweeds

Fichte:

Fichte [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Fichte (Tannenbaum)
    gran
    • gran [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Fichte:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gran Fichte; Tannenbaum Christbaum; Kiefer; Tanne; Tannenbaum; Weihnachtsbaum

Wiktionary: Fichte

Fichte
noun
  1. ohne Plural: Holzart von [1]
  2. Nadelbaum der Gattung Picea mit kurzen, spitzen Nadeln und hängenden Zapfen.

Cross Translation:
FromToVia
Fichte gran sparPicea, een soort naaldboom
Fichte gran spruce — tree from the genus Picea
Fichte granar; gran épicéa — botan|nocat=1 arbre résineux de haute taille, proche du sapin, de la famille des pinacées.