Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Jagd:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Jagd (Duits) in het Zweeds

Jagd:

Jagd [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Jagd
    jakt
    • jakt [-en] zelfstandig naamwoord
  2. die Jagd (Suche; Erkundungsfahrt; Expedition; )
    sökning; letande; spaning
    • sökning [-en] zelfstandig naamwoord
    • letande [-ett] zelfstandig naamwoord
    • spaning [-en] zelfstandig naamwoord
  3. die Jagd (Jagdpartie; Jagdexpedition)
    jaktparti
  4. die Jagd (Jagdpartie; Jagdexpedition)
    jaktspel

Vertaal Matrix voor Jagd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jakt Jagd Abfeuern; Abknallen; Abschießen; Beschießung; Jagdexpedition; Jagdpartie; verfolgung
jaktparti Jagd; Jagdexpedition; Jagdpartie
jaktspel Jagd; Jagdexpedition; Jagdpartie Nachholspiel
letande Erkundigung; Erkundung; Erkundungsfahrt; Erkundungsgang; Erkundungsgänge; Erkundungszug; Erkundungszüge; Expedition; Fahndung; Jagd; Suche Durchsuchung
spaning Erkundigung; Erkundung; Erkundungsfahrt; Erkundungsgang; Erkundungsgänge; Erkundungszug; Erkundungszüge; Expedition; Fahndung; Jagd; Suche
sökning Erkundigung; Erkundung; Erkundungsfahrt; Erkundungsgang; Erkundungsgänge; Erkundungszug; Erkundungszüge; Expedition; Fahndung; Jagd; Suche Durchsuchung; Positionierung; Suche

Synoniemen voor "Jagd":


Wiktionary: Jagd

Jagd
noun
  1. kurz für „Jagdrevier“
  2. übertragen, vor allem auch in Zusammensetzungen: die Verfolgung, Aufklärung
  3. das Aufsuchen, Nachstellen, Fangen, Erlegen und Aneignen; dort wo Jagdrecht existiert, das waidgerechte Erlegen von Wildtieren

Cross Translation:
FromToVia
Jagd jakt chase — action of the verb "to chase"
Jagd jakt hunt — the act of hunting, shooting
Jagd jakt chasse — Action de poursuivre pour capturer ou tuer