Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Kegel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kegel (Duits) in het Zweeds

Kegel:

Kegel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Kegel
    kägelspel
  2. der Kegel (Zapfen)
    kon; kägla
    • kon [-en] zelfstandig naamwoord
    • kägla [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Kegel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kon Kegel; Zapfen Tüte
kägelspel Kegel
kägla Kegel; Zapfen Tüte

Synoniemen voor "Kegel":

  • Kegelkörper; Konus

Wiktionary: Kegel

Kegel
noun
  1. regional: Eiszapfen
  2. veraltet: uneheliches Kind
  3. regional: Knüppel, Stock
  4. Bleisatz: die Ausdehnung einer Drucktype
  5. Sport: beim Kegeln (Kegelspiel) benutzter, flaschenähnlich geformter Gegenstand
  6. Geometrie: Körper mit Kreisscheibe als Basis, in einer Spitze auslaufend
    • Kegelkon

Cross Translation:
FromToVia
Kegel kon cone — surface of revolution
Kegel kon cone — solid of revolution
Kegel strut; kon cone — anything shaped like a cone
Kegel kägla; kon kegel — een meetkundig lichaam met een cirkel als grondvlak en uitlopend in een punt