Schema: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Schema:
- diagram; stramalj; schema; färgschema
Wiktionary:
- Schema → schema
- Schema → schema

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

schema:
- Stundenplan; Schulplan; Zeitplan; Schema; System; Farbschema
Wiktionary:
- schema → Stundenplan, Schema
- schema → Liste, Teilnehmerliste, Matrikel, Termin, Programm, Zeitplan, Schema

Duits

Uitgebreide vertaling voor Schema (Duits) in het Zweeds

Schema:

Schema [das ~] zelfstandig naamwoord

Schema (Skizze)
diagram
- diagram [-ett] zelfstandig naamwoord
Schema (Stramin)
stramalj
- stramalj [-en] zelfstandig naamwoord
Schema (Farbschema)
schema; färgschema
- schema [-en] zelfstandig naamwoord
- färgschema
Schema
schema
- schema [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schema:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
diagram	Schema; Skizze	Diagramm; Strategiekarte
schema	Farbschema; Schema	Schulplan; Stundenplan; System; Zeitplan
stramalj	Schema; Stramin
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
färgschema	Farbschema; Schema
-	EDM-Schema; Entity Data Model-Schema

Synoniemen voor "Schema":

Anleitung; Formel; Rezept
Entwurf; Grundriss; Konzeption; Layout; Plan; Planung; Skizze; Vorlage; Zeichnung
Modell; Vorbild; Anordnung; Aufbau; Beschaffenheit; Form; Geflecht; Gefüge; Gerüst; Konsistenz; Organisation; Qualität; Struktur; Zustand

Wiktionary: Schema

Schema

noun

gedankliches Konzept als Orientierungshilfe für ein Vorgehen
- Schema → schema
auf das Wesentliche reduzierte, grafische, übersichtliche Darstellung einer komplexen Sache
- Schema → schema

Cross Translation:

From	To	Via
• Schema	→ schema	↔ schéma — tracé figurant d’une façon simplifier la disposition d’un bâtiment, d’un appareil, d’un organe, etc.

Verwante vertalingen van Schema

vorbestimmes Schema

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Schema (Zweeds) in het Duits

schema:

schema [-en] zelfstandig naamwoord

schema
der Stundenplan; der Schulplan
- Stundenplan [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schulplan [der ~] zelfstandig naamwoord
schema
der Zeitplan
- Zeitplan [der ~] zelfstandig naamwoord
schema
Schema
- Schema [das ~] zelfstandig naamwoord
schema (system; översikt; listig el. hemlig plan)
System
- System [das ~] zelfstandig naamwoord
schema (färgschema)
Schema; Farbschema
- Schema [das ~] zelfstandig naamwoord
- Farbschema [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schema:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Farbschema	färgschema; schema	färgplan
Schema	färgschema; schema	diagram; stramalj
Schulplan	schema	inlärningsmetod; lärometod
Stundenplan	schema	arbetsschema; tidtabell
System	listig el. hemlig plan; schema; system; översikt	byggnad; konstruktion; ordning; rådande ordning; system
Zeitplan	schema	tidsplan; tidstabell; tidtabell
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Zeitplan		Schemalägg

Synoniemen voor "schema":

agenda; plan; program; tidsschema; timplan; tidsplan; tidtabell

Wiktionary: schema

schema

noun

Einteilung der Zeit als Maßnahme zur Organisation von Arbeit oder Ausbildung/Unterricht
- Stundenplan → schema
gedankliches Konzept als Orientierungshilfe für ein Vorgehen
- Schema → schema
auf das Wesentliche reduzierte, grafische, übersichtliche Darstellung einer komplexen Sache
- Schema → schema

Cross Translation:

From	To	Via
• schema	→ Liste; Teilnehmerliste; Matrikel	↔ roster — a list of names
• schema	→ Termin; Programm; Zeitplan	↔ schedule — time-based plan of events
• schema	→ Schema	↔ schéma — tracé figurant d’une façon simplifier la disposition d’un bâtiment, d’un appareil, d’un organe, etc.

Verwante vertalingen van Schema

flödes schema

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Schema

Uitgebreide vertaling voor Schema (Duits) in het Zweeds

Schema:

Schema [das ~] zelfstandig naamwoord

Schema (Skizze)

Schema (Stramin)

Schema (Farbschema)

Schema

Vertaal Matrix voor Schema:

Synoniemen voor "Schema":

Wiktionary: Schema

Verwante vertalingen van Schema

Uitgebreide vertaling voor Schema (Zweeds) in het Duits

schema:

schema [-en] zelfstandig naamwoord

schema

schema

schema

schema (system; översikt; listig el. hemlig plan)

schema (färgschema)

Vertaal Matrix voor schema:

Synoniemen voor "schema":

Wiktionary: schema

Verwante vertalingen van Schema