Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. chauffieren:
    • Wiktionary:
      chauffieren → styra, köra
    • Synoniemen voor "chauffieren":
      am Steuer sein; fahren; bewegen; in Bewegung setzen


Duits

Uitgebreide vertaling voor chauffieren (Duits) in het Zweeds

chauffieren:


Synoniemen voor "chauffieren":


Wiktionary: chauffieren

chauffieren
verb
  1. ein Auto fahren, lenken, steuern, führen (meist, um jemanden zu transportieren)