Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Elastizität:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Elastizität (Duits) in het Zweeds

Elastizität:

Elastizität [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Elastizität
    elasticitet
  2. die Elastizität (Dehnbarkeit; Dehnung)
    elastiskt
  3. die Elastizität (Spannkraft; Dehnung)
    elasticitet; töjbarhet

Vertaal Matrix voor Elastizität:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
elasticitet Dehnung; Elastizität; Spannkraft Fähigkeit
elastiskt Dehnbarkeit; Dehnung; Elastizität
töjbarhet Dehnung; Elastizität; Spannkraft
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
elastiskt dehnbar; elastisch; federnd; spannkräftig

Synoniemen voor "Elastizität":


Wiktionary: Elastizität

Elastizität
noun
  1. Physik: Eigenschaft eines Körpers oder Materials nach einer Verformung durch äußere Kräfte, keine bleibende Änderung in der Form zu erfahren; Fähigkeit eines Materials in seine ursprüngliche Form zurückzukehren, nachdem die Kraft, die die Verformung verursacht hat, entfernt wurde

Cross Translation:
FromToVia
Elastizität elasticitet elasticity — physics: property by which a material can regain its original dimensions
Elastizität elasticitet elasticiteit — materiaalkunde|nld De bekwaamheid van een materiaal om terug te keren naar de originele staat na vervorming
Elastizität elasticitet élasticitépropriété qu’ont tous les corps solides d’accepter une déformation temporaire et de reprendre leur forme dès que les causes de cette déformation cesser d’agir.