Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Erleben:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Erleben (Duits) in het Zweeds

Erleben:

Erleben [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Erleben
    upptäcka
  2. Erleben (Erlebnis)
    erfarenhet; upplevelse

Vertaal Matrix voor Erleben:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
erfarenhet Erleben; Erlebnis Befund; Beobachtung; Erfahrung; Erkenntnis; Erlebnis; Geübtheit; Praxis; Routine
upplevelse Erleben; Erlebnis Befund; Beobachtung; Erfahrung; Erkenntnis; Erlebnis
upptäcka Erleben
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
upptäcka abtasten; antreffen; auffinden; ausfindig machen; begegnen; entdecken; finden; vorfinden
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
erfarenhet bewandert; erfahren; erfahrungsgemäß; fachmännisch; geschult; geübt; kundig; sachverständig; tüchtig

Synoniemen voor "Erleben":