Duits

Uitgebreide vertaling voor Maske (Duits) in het Zweeds

Maske:

Maske [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Maske
    mask; maskering
    • mask [-en] zelfstandig naamwoord
    • maskering [-en] zelfstandig naamwoord
  2. die Maske
    mask
    • mask [-en] zelfstandig naamwoord
  3. die Maske (Schemen)
    ansiktsmask; ansiktsskydd
  4. die Maske (Vermummung; Tarnung; Verkleidung)
    utklädd
  5. die Maske (Kosmetik; Makeup; Kosmetikartikel; Schminken; Schminke)
    kosmetika; försköning; smink; makeup
  6. die Maske (Schminke)
    makeup; sminkning

Vertaal Matrix voor Maske:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ansiktsmask Maske; Schemen
ansiktsskydd Maske; Schemen
försköning Kosmetik; Kosmetikartikel; Makeup; Maske; Schminke; Schminken
kosmetika Kosmetik; Kosmetikartikel; Makeup; Maske; Schminke; Schminken Kosmetika; Kosmetikmittel; Make up; Schminke; Schminken; Schönheitsmittel
makeup Kosmetik; Kosmetikartikel; Makeup; Maske; Schminke; Schminken
mask Maske Gesichtsmaske; Larve; Made; Regenwurm; Wurm
maskering Maske
smink Kosmetik; Kosmetikartikel; Makeup; Maske; Schminke; Schminken
sminkning Maske; Schminke
utklädd Maske; Tarnung; Verkleidung; Vermummung
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
utklädd kostümiert

Synoniemen voor "Maske":


Wiktionary: Maske

Maske
noun
  1. Schablone
  2. Eingabeformular im Computer
  3. zur Straffung der Haut auf das Gesicht aufgetragene Kosmetik
  4. Gesichtsbedeckung
  5. charakteristisch Struktur auf Kopf von Tier

Cross Translation:
FromToVia
Maske mask mask — that which disguises
Maske mask mask — cover for the face
Maske användargränssnitt user interface — the part of a software application that a user sees and interacts with