Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Schaufel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schaufel (Duits) in het Zweeds

Schaufel:

Schaufel [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Schaufel
    hackande
  2. die Schaufel
    blad; klinga
    • blad [-ett] zelfstandig naamwoord
    • klinga [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schaufel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blad Schaufel Arbeitsblatt; Baumblatt; Blatt; Blättchen; Eisen; Klinge; Schneide; Tabelle
hackande Schaufel
klinga Schaufel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klinga hacken; hinken; hüpfen; klappern; klimpern; klingeln; klingen; klirren; rasseln; rattern; rumpeln; rütteln; schellen

Synoniemen voor "Schaufel":

  • Schippe; Schüppe; Gerätschaft; Instrument; Werkzeug

Wiktionary: Schaufel

Schaufel
noun
  1. Werkzeug mit einem Kopf in biegen Form, um Erde oder Material ähnlicher Konsistenz zu bewegen

Cross Translation:
FromToVia
Schaufel skopa bucket — part of piece of machinery
Schaufel skopa scoop — any cup- or bowl-shaped object
Schaufel skopa scoop — digging attachment on a front-end loader
Schaufel skyffel; skovel; spade shovel — tool for moving portions of material