Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Schenkel

Vertaal Schenkel van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Schenkel:
- skinka; lår; stjälk; lägg; skaft; skenben; skank; hålfot
- stjälkar; hög fot på glas; skaft på verktyg
Wiktionary:
- Schenkel → skänkel, skalm, vinkelben, lår
- Schenkel → lår, sektion, gren, kvist

Duits

Uitgebreide vertaling voor Schenkel (Duits) in het Zweeds

Schenkel:

Schenkel [der ~] zelfstandig naamwoord

der Schenkel (Schinken)
skinka
- skinka [-en] zelfstandig naamwoord
der Schenkel (Schinken)
lår
- lår [-ett] zelfstandig naamwoord
der Schenkel
stjälk; lägg; skaft; skenben; skank; hålfot
- stjälk [-en] zelfstandig naamwoord
- lägg [-ett] zelfstandig naamwoord
- skaft [-ett] zelfstandig naamwoord
- skenben zelfstandig naamwoord
- skank zelfstandig naamwoord
- hålfot [-en] zelfstandig naamwoord

Schenkel [die ~] zelfstandig naamwoord

die Schenkel
stjälkar; hög fot på glas; skaft på verktyg
- stjälkar zelfstandig naamwoord
- hög fot på glas zelfstandig naamwoord
- skaft på verktyg zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schenkel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hålfot	Schenkel
hög fot på glas	Schenkel
lägg	Schenkel	Stamm
lår	Oberschenkel; Schenkel; Schinken
skaft	Schenkel	Deichseln; Ohr; Schacht; Schaft; Stamm; Stiele; Tassenohr
skaft på verktyg	Schenkel
skank	Schenkel
skenben	Schenkel	Schienbein; Schiene
skinka	Schenkel; Schinken	Pobacke; Schinken
stjälk	Schenkel	Halm; Stengel; Stiel
stjälkar	Schenkel	Schäfte; Stammwörter; Stengel; Stielen

Synoniemen voor "Schenkel":

Haxe; Haxn; Oberschenkel; Akre; Extremität; Glied

Wiktionary: Schenkel

Schenkel

noun

Technik: jeweils einer von zwei gleichen länglichen Bauteilen, die sich in einem Punkt treffen
- Schenkel → skänkel; skalm
Geometrie: Zwei Geraden mit einem gemeinsamen Basispunkt (siehe auch: Dreieck)
- Schenkel → vinkelben
Anatomie: Ein Teil des Beines von Tieren, der oft auch dem Verzehr dient
- Schenkel → lår
Anatomie: Ein Bereich der unteren Extremitäten (siehe: Oberschenkel bzw. Unterschenkel beim Menschen)
- Schenkel → lår

Cross Translation:

From	To	Via
• Schenkel	→ lår	↔ dij — het deel van het menselijk been tussen heup en knie
• Schenkel	→ sektion; gren; kvist	↔ branche — Traductions à trier suivant le sens
• Schenkel	→ lår	↔ cuisse — Partie du membre inférieur allant de la hanche au genou.