Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Stempel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Stempel (Duits) in het Zweeds

Stempel:

Stempel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Stempel (Gepräge; Siegel; Amtssiegel; )
    stämpel; kontrollstämpel
  2. der Stempel
    stämpel
  3. der Stempel (Freimarken; Siegel; Quittungsmarke; Briefmarken)
    stämpel; sigill; insegel
    • stämpel [-en] zelfstandig naamwoord
    • sigill [-ett] zelfstandig naamwoord
    • insegel [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Stempel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
insegel Briefmarken; Freimarken; Quittungsmarke; Siegel; Stempel
kontrollstämpel Amtssiegel; Garantieschein; Gepräge; Klebemarke; Lacksiegel; Marke; Siegel; Stempel; Stempelbogen; Stempeln Gütesiegel; Gütezeichen; Kontrollstempel; Marke; Qualitätszeichen; Siegel
sigill Briefmarken; Freimarken; Quittungsmarke; Siegel; Stempel
stämpel Amtssiegel; Briefmarken; Freimarken; Garantieschein; Gepräge; Klebemarke; Lacksiegel; Marke; Quittungsmarke; Siegel; Stempel; Stempelbogen; Stempeln

Synoniemen voor "Stempel":


Wiktionary: Stempel


Cross Translation:
FromToVia
Stempel pistill pistil — A discrete unit in the center of a flower which receives the pollen and produces a fruit
Stempel bagge; gumse ram — male sheep
Stempel stämpel; prägel stamp — indentation or imprint made by stamping
Stempel stämpel stamp — device for stamping designs