Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Umriß:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Umriß (Duits) in het Zweeds

Umriß:

Umriß [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Umriß (Form; Kontur)
    kontur
    • kontur [-en] zelfstandig naamwoord
  2. der Umriß (Kontur; Umkreis)
    kontur; ytterlinje
  3. der Umriß (Entwurf; Zeichnung; Skizze; )
    skiss; utkast; skildring; översikt; kladd
    • skiss [-en] zelfstandig naamwoord
    • utkast [-ett] zelfstandig naamwoord
    • skildring [-en] zelfstandig naamwoord
    • översikt [-en] zelfstandig naamwoord
    • kladd [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Umriß:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kladd Darstellung; Entwurf; Grundriß; Plan; Skizze; Umriß; Umrißzeichnung; Zeichnung Anmerkung; Aufzeichnung; Eintragung; Geschmiere; Gesudel; Kleckserei; Kritzelei; Notiz; Schmiererei; Sudelei
kontur Form; Kontur; Umkreis; Umriß Abzeichnen; Zeichnung
skildring Darstellung; Entwurf; Grundriß; Plan; Skizze; Umriß; Umrißzeichnung; Zeichnung Darstellung; Lebendige Beschreibung; Leinwand; Malerei
skiss Darstellung; Entwurf; Grundriß; Plan; Skizze; Umriß; Umrißzeichnung; Zeichnung Abzeichnen; Leitfaden; Zeichnung
utkast Darstellung; Entwurf; Grundriß; Plan; Skizze; Umriß; Umrißzeichnung; Zeichnung Entwurf; Entwurfsansicht; Konzept; Leitfaden
ytterlinje Kontur; Umkreis; Umriß
översikt Darstellung; Entwurf; Grundriß; Plan; Skizze; Umriß; Umrißzeichnung; Zeichnung Aufzählung; Auszug; Gesamtansicht; Gesamtbild; Resümee; Syllabus; System; Zusammenfassung; Übersicht
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
utkast umissen