Auserkoren in het Zweeds vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

auserkoren:
- vald; handplockat; valt; utsedd; utsett; utvalt; utvald; handplockad; dyra; avhållna

Duits

Uitgebreide vertaling voor auserkoren (Duits) in het Zweeds

auserkoren (gewählt; auserwählt)
vald; handplockat; valt; utsedd; utsett; utvalt
- vald bijvoeglijk naamwoord
- handplockat bijvoeglijk naamwoord
- valt bijvoeglijk naamwoord
- utsedd bijvoeglijk naamwoord
- utsett bijvoeglijk naamwoord
- utvalt bijvoeglijk naamwoord
auserkoren (ausgesucht; ausgewählt; ausgelesen; auserwählt; auserlesen)
utvald; handplockad
- utvald bijvoeglijk naamwoord
- handplockad bijvoeglijk naamwoord
auserkoren (ausgewählt; gewählt; auserwählt; bevorzugt; ausgelesen)
valt; utvalt; vald
- valt bijvoeglijk naamwoord
- utvalt bijvoeglijk naamwoord
- vald bijvoeglijk naamwoord
auserkoren (tierbare; geliebte; auserwählt; allerliebst)
dyra; avhållna
- dyra bijvoeglijk naamwoord
- avhållna bijvoeglijk naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
utvald		Auserwählte
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avhållna	allerliebst; auserkoren; auserwählt; geliebte; tierbare
dyra	allerliebst; auserkoren; auserwählt; geliebte; tierbare
handplockad	auserkoren; auserlesen; auserwählt; ausgelesen; ausgesucht; ausgewählt
handplockat	auserkoren; auserwählt; gewählt
utsedd	auserkoren; auserwählt; gewählt
utsett	auserkoren; auserwählt; gewählt
utvald	auserkoren; auserlesen; auserwählt; ausgelesen; ausgesucht; ausgewählt	auserlesen; ausgesucht; ausgewählt
utvalt	auserkoren; auserwählt; ausgelesen; ausgewählt; bevorzugt; gewählt	auserlesen; ausgesucht; ausgewählt
vald	auserkoren; auserwählt; ausgelesen; ausgewählt; bevorzugt; gewählt
valt	auserkoren; auserwählt; ausgelesen; ausgewählt; bevorzugt; gewählt