Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. schuldig:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor schuldig (Duits) in het Zweeds

schuldig:

schuldig bijvoeglijk naamwoord

  1. schuldig
    skyldig; skyldigt
  2. schuldig
    skyldigt; brottslig; brottsligt
  3. schuldig (verpflichtet sein an; verbindlich)
    skuldsatt

Vertaal Matrix voor schuldig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brottslig schuldig
brottsligt schuldig kriminell; strafrechtlich; verbrecherisch
skuldsatt schuldig; verbindlich; verpflichtet sein an
skyldig schuldig
skyldigt schuldig

Wiktionary: schuldig


Cross Translation:
FromToVia
schuldig skyldig guilty — responsible for a dishonest act
schuldig skyldig guilty — judged to have committed a crime
schuldig skyldig coupable — Qui a commis quelque faute, crime

Verwante vertalingen van schuldig