Beauty: vertaling Engels

the beauty (good looks; handsomeness; comeliness; neatness)
die Fähigkeit; die Klugheit; die Gescheitheit; die Geschicklichkeit; die Intelligenz
- Fähigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Klugheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gescheitheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Geschicklichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Intelligenz [die ~] zelfstandig naamwoord
the beauty
die Schönheit; die Hübschheit; die Pracht
- Schönheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Hübschheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Pracht [die ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Fähigkeit	beauty; comeliness; good looks; handsomeness; neatness	ability; aptitude; capability; capacity; gift; ingenuity; natural ability; potential; power; quality; resilience; skill; stamina; talent
Gescheitheit	beauty; comeliness; good looks; handsomeness; neatness
Geschicklichkeit	beauty; comeliness; good looks; handsomeness; neatness	ability; adroitness; aptitude; capacity; dexterity; gift; handiness; ingenuity; knack; natural ability; skill; talent
Hübschheit	beauty	prettiness
Intelligenz	beauty; comeliness; good looks; handsomeness; neatness	brain; brightness; cleverness; discernment; insight; intellect; intellectual powers; intelligence; notion; sagacity; smartness; understanding
Klugheit	beauty; comeliness; good looks; handsomeness; neatness	acumen; acuteness; adeptness; brain; brightness; cleverness; discernment; insight; intelligence; keen perception; notion; policy; quick-wittedness; sagacity; sharp-mindedness; sharpness; shrewdness; slyness; smartness; understanding
Pracht	beauty	abundance; affluence; ceremony; glory; grandeur; grandiosity; haughtiness; impressiveness; luxury; majesty; opulence; pride; procession; richness; rite; splendor; splendour; wealth
Schönheit	beauty	beautiful person; picture; piece; prettiness
-	beaut

appearance; visual aspect
smasher; stunner; knockout; ravisher; sweetheart; peach; lulu; looker; mantrap; dish; woman; adult female
beaut; exemplar; example; model; good example

beauty

noun

beauty

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• beauty	→ Schönheit	↔ schoonheid — de hoedanigheid prachtig en aantrekkelijk te zijn
• beauty	→ Schöne; Schönheit	↔ beauté — Qualité de ce qui est beau, de ce qui est esthétique à la perception
• beauty	→ Schönheit; Schöne	↔ beauté — Jolie fille ou jolie femme

Engelse en Duitse zoekresultaten voor: beauty