Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. farce:
  2. Wiktionary:
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Farce:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor farce (Engels) in het Duits

farce:

farce [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the farce
    die Posse; die Farce
    • Posse [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Farce [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. the farce (sham; make-believe)
    der Schein; die Fassade; der Anschein
    • Schein [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Fassade [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Anschein [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. the farce (comical story; droll story)
    der Schwank
    • Schwank [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor farce:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anschein farce; make-believe; sham pretence; pretense; sham
Farce farce joke
Fassade farce; make-believe; sham extent of front; face; façade; fore-part; front; front side; front view; frontage; frontal view; frontline; housefront; pretence; pretense; sham
Posse farce
Schein farce; make-believe; sham burst; certificate; certificate of proof; charter; coupon; deed; document; gleam; glimmer; glow; radiance; receipt; shine; token; voucher; waft; whiff
Schwank comical story; droll story; farce
- farce comedy; forcemeat; travesty
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- stuff
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- farcemeat; forcemeat

Verwante woorden van "farce":


Synoniemen voor "farce":


Verwante definities voor "farce":

  1. a comedy characterized by broad satire and improbable situations1
  2. mixture of ground raw chicken and mushrooms with pistachios and truffles and onions and parsley and lots of butter and bound with eggs1
  3. fill with a stuffing while cooking1

Wiktionary: farce

farce
noun
  1. ridiculous or empty show
  2. style of humor
  3. situation full of ludicrous incidents
farce
Cross Translation:
FromToVia
farce Verhöhnung; Verspotting; Hohn aanfluiting — wat iets belachelijk of ten schande maakt



Duits

Uitgebreide vertaling voor farce (Duits) in het Engels

Farce:

Farce [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Farce (Posse)
    the farce
    • farce [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Farce (Täuschung)
    the joke
    • joke [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Farce:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
farce Farce; Posse Anschein; Fassade; Schein; Schwank
joke Farce; Täuschung Keckheit; Scherz; Scherzen; Spaß; Spaßmacherei; Späßchen; Streich; Ulk; Ulken; Witz
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
joke herumtollen; scherzen; schäkern; spassen; spaßen

Synoniemen voor "Farce":


Wiktionary: Farce

Farce
noun
  1. Theater: derb-komisches Lustspiel, Füllstück zwischen Schauspielen
Farce
noun
  1. ridiculous or empty show
  2. style of humor
  3. situation full of ludicrous incidents