Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. leash:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor leash (Engels) in het Duits

leash:

leash [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the leash (collar; bridle)
    der Zügel; Halsband; die Leine; der Zaum; die Longe
    • Zügel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Halsband [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Leine [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Zaum [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Longe [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor leash:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Halsband bridle; collar; leash
Leine bridle; collar; leash bridle; cord; facial line; file; furrow; girdle; leading strings; line; rank; rope; row; thong; wrinkle
Longe bridle; collar; leash
Zaum bridle; collar; leash bridle; impediment; rein; reins
Zügel bridle; collar; leash bridle; bridles; impediment; rein; reins
- 3; III; collar; lead; ternary; tether; three; threesome; tierce; triad; trine; trinity; trio; troika
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- rope

Verwante woorden van "leash":

  • unleash, leashes

Synoniemen voor "leash":


Verwante definities voor "leash":

  1. a figurative restraint1
    • kept a tight leash on his emotions1
    • he's always gotten a long leash1
  2. restraint consisting of a rope (or light chain) used to restrain an animal1
  3. the cardinal number that is the sum of one and one and one1
  4. fasten with a rope1

Wiktionary: leash

leash
noun
  1. long cord for dogs

Verwante vertalingen van leash