Home ->Woordenboeken ->Engels/Duits ->Zoek: male

Engelse en Duitse zoekresultaten voor: male

Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. male:
  2. Wiktionary:
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. malen:
  2. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor male (Engels) in het Duits

male:

male bijvoeglijk naamwoord

  1. male (masculine; virile)
    – characteristic of a man 1
    männlich; mannhaft

male [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the male (man)
    – a person who belongs to the sex that cannot have babies 1
    der Mann; der Kumpel; die männliche Person; Weib; der Kerl; der Gatte; der Gemahl; der Gefährte; der Freund; der Partner; der Teilhaber
    • Mann [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kumpel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • männliche Person [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Weib [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Kerl [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gatte [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gemahl [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gefährte [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Freund [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Partner [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Teilhaber [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. the male
    – an animal that produces gametes (spermatozoa) that can fertilize female gametes (ova) 1
    Männchen; männliches Tier

Vertaal Matrix voor male:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Freund male; man beloved; buddy; business associate; chum; companion; comrade; darling; dearest; deary; ducky; fellow; female partner; friend; heart; hearts desire; ladylove; lover; mate; mistress; pal; partner; peach; sweetheart; sweetie
Gatte male; man companion; husband; life companion; mistress; partner; spouse; wife
Gefährte male; man buddy; chum; companion; curator; fellow; friend; guardian; mate; pal; partner; travelling-companion; tutor
Gemahl male; man companion; husband; life companion; mistress; partner; spouse; wife
Kerl male; man bloke; blokes; buster; butler; chamber servant; chap; chaps; cove; dandy; dude; fellow; fellows; footman; fop; gent; gentleman; guys; lackey; lad; man; mister; pallbearer; servant; type; valet
Kumpel male; man buddy; business associate; chum; companion; comrade; fellow; female partner; friend; mate; mine-worker; miner; pal; pall; partner
Mann male; man bloke; butler; chamber servant; chap; companion; cove; fellow; footman; gent; husband; lackey; lad; life companion; man; mister; mistress; pallbearer; partner; servant; spouse; type; valet; wife
Männchen male
Partner male; man brother-in-arms; companion; comrade; consort; husband; life companion; life partner; member of the firm; partner; spouse; supporter
Teilhaber male; man member of the firm; partner
Weib male; man bitch; consort; female; husband; life companion; mistress; partner; spouse; tart; wife; witch; woman
männliche Person male; man
männliches Tier male
- confidant; male person
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- manful; manlike; manly; virile
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mannhaft male; masculine; virile audacious; bold; brave; courageous; daring; dashing; dauntless; fearless; heroic; heroical; manful; unabashed; undaunted; valiant
männlich male; masculine; virile

Verwante woorden van "male":

  • maleness, males

Synoniemen voor "male":


Antoniemen van "male":


Verwante definities voor "male":

  1. being the sex (of plant or animal) that produces gametes (spermatozoa) that perform the fertilizing function in generation1
    • a male infant1
    • a male holly tree1
  2. for or pertaining to or composed of men or boys1
    • the male lead1
    • the male population1
  3. characteristic of a man1
    • a deep male voice1
  4. an animal that produces gametes (spermatozoa) that can fertilize female gametes (ova)1
  5. a person who belongs to the sex that cannot have babies1

Wiktionary: male

male
noun
  1. animal of masculine sex
  2. human of masculine sex or gender
adjective
  1. -
  2. belonging or referring to the sex having the smaller gametes
male
adjective
  1. zum Manne gehörig
  2. bei Tieren und Pflanzen: Samen (Sperma) oder Pollen produzierend
  3. dem männlichen Geschlecht zugehörig; männlich
noun
  1. mitteldeutsch und süddeutsch: männliches Tier (norddeutsch: Männchen)
  2. männliches Tier
Cross Translation:
FromToVia
• male → maskulin ↔ masculin — biologie|fr Qui est de sexe mâle, qui a rapport à ce sexe.
• male → Mann ↔ mâle — homme dans l’espèce humaine.

Male:


Verwante definities voor "Male":

  1. the capital of Maldives in the center of the islands1

Wiktionary: Male

Male
noun
  1. Hauptstadt der Malediven

Verwante vertalingen van male



Duits

Uitgebreide vertaling voor male (Duits) in het Engels

Malé:


Synoniemen voor "Malé":


Wiktionary: Malé

Malé
noun
  1. Hauptstadt der Malediven
Malé
proper noun
  1. capital of the Maldives

malen:

malen werkwoord (male, malst, malt, malte, maltet, gemalt)

  1. malen (portrettieren; zeichnen; abbilden; darstellen)
    to draw; to depict; to paint; to sketch; to portray
    • draw werkwoord (draws, drew, drawing)
    • depict werkwoord (depicts, depicted, depicting)
    • paint werkwoord (paints, painted, painting)
    • sketch werkwoord (sketches, sketched, sketching)
    • portray werkwoord (portrays, portrayed, portraying)
  2. malen (färben; anstreichen; lackieren; streichen; bemalen)
    to dye; to paint
    • dye werkwoord (dyes, dyed, dyeing)
    • paint werkwoord (paints, painted, painting)
  3. malen (zeichnen)
    to draw; to delineate
    • draw werkwoord (draws, drew, drawing)
    • delineate werkwoord (delineates, delineated, delineating)

Conjugations for malen:

Präsens
  1. male
  2. malst
  3. malt
  4. malen
  5. malt
  6. malen
Imperfekt
  1. malte
  2. maltest
  3. malte
  4. malten
  5. maltet
  6. malten
Perfekt
  1. habe gemalt
  2. hast gemalt
  3. hat gemalt
  4. haben gemalt
  5. habt gemalt
  6. haben gemalt
1. Konjunktiv [1]
  1. male
  2. malest
  3. male
  4. malen
  5. malet
  6. malen
2. Konjunktiv
  1. malte
  2. maltest
  3. malte
  4. malten
  5. maltet
  6. malten
Futur 1
  1. werde malen
  2. wirst malen
  3. wird malen
  4. werden malen
  5. werdet malen
  6. werden malen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde malen
  2. würdest malen
  3. würde malen
  4. würden malen
  5. würdet malen
  6. würden malen
Diverses
  1. mal!
  2. malt!
  3. malen Sie!
  5. gemalt
  6. malend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor malen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
draw Attraktion; Auslosung; Nummer; Ziehung
dye Anstrich; Farbe; Farbstoff; Pigment
paint Anstrich; Farbe
sketch Darstellung; Entwurf; Grundriß; Plan; Skizze; Umriß; Umrißzeichnung; Zeichnung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
delineate malen; zeichnen
depict abbilden; darstellen; malen; portrettieren; zeichnen benachrichtigen; beschreiben; bezeichnen; charakterisieren; darstellen; erzählen; kennzeichnen; markieren; mitteilen; schildern
draw abbilden; darstellen; malen; portrettieren; zeichnen abheben; andrehen; ausfädeln; aushecken; ausholen; ausnehmen; auspumpen; ausschöpfen; borgen; dahinziehen; entlehnen; entnehmen; erreichen; fortziehen; heranziehen; herausnehmen; herbeiziehen; hervorziehen; holen; kratzen; kritzeln; leihen; schaffen; schließen; schöpfen; sperren; treiben; treideln; verriegeln; verschließen; versperren; weiterziehen; ziehen; zumachen; zusperren
dye anstreichen; bemalen; färben; lackieren; malen; streichen
paint abbilden; anstreichen; bemalen; darstellen; färben; lackieren; malen; portrettieren; streichen; zeichnen darstellen; schildern
portray abbilden; darstellen; malen; portrettieren; zeichnen ausdrücken; ausmalen; darstellen; schildern; wiedergeben
sketch abbilden; darstellen; malen; portrettieren; zeichnen abbilden; beschreiben; darstellen; entwerfen; schildern; skizzieren; umschreiben

Synoniemen voor "malen":


Wiktionary: malen

malen
verb
  1. -
malen
verb
  1. apply paint to
  2. practise the art of painting pictures
Cross Translation:
FromToVia
• malen → draw; design ↔ dessiner — Reeprésenter par un dessin
• malen → paint ↔ dépeindre — décrire et représenter par le discours.
• malen → paint ↔ peindre — enduire ou couvrir de peinture, de couleur ou de pigments.

Verwante vertalingen van male







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0609 seconde
Page rendered in 1.0 seconds