Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. prosperity:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor prosperity (Engels) in het Duits

prosperity:

prosperity [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the prosperity (success)
    der Wohlstand; Wohlbefinden
  2. the prosperity (success)
    Glück; der Erfolg; Gelingen
    • Glück [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Erfolg [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gelingen [das ~] zelfstandig naamwoord
  3. the prosperity (welfare; well-being; wealth; affluence)
    die Prosperität; Glück; Heil; der Erfolg; der Segen; Gedeihen
    • Prosperität [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Glück [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Heil [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Erfolg [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Segen [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gedeihen [das ~] zelfstandig naamwoord
  4. the prosperity
    der Wohlstand; Wohl
    • Wohlstand [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Wohl [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor prosperity:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Erfolg affluence; prosperity; success; wealth; welfare; well-being action; bestseller; box-office success; chance; chart topper; cracker; fortunate; fortune; good luck; hit; luck; operation; skin eruption; succeeding; success; windfall; working
Gedeihen affluence; prosperity; wealth; welfare; well-being
Gelingen prosperity; success chance; fortunate; good luck; succeeding; success; working
Glück affluence; prosperity; success; wealth; welfare; well-being be happy; bit of good luck; bit of luck; blessedness; bliss; chance; deliciousness; euphoria; fortunate; fortune; glory; godsend; good luck; happiness; joy; luck; lucky coincidence; magnificence; piece of good luck; piece of luck; pleasant surprise; sheer luck; stroke of luck; stroke of unexpected luck; well-being; windfall
Heil affluence; prosperity; wealth; welfare; well-being benediction; blessing; boon
Prosperität affluence; prosperity; wealth; welfare; well-being
Segen affluence; prosperity; wealth; welfare; well-being benediction; benefits; blessing; blessings; boon
Wohl prosperity
Wohlbefinden prosperity; success good health; health; healthiness
Wohlstand prosperity; success
- successfulness
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- good fortune; success

Synoniemen voor "prosperity":

  • financial condition; economic condition
  • successfulness; good fortune; luckiness; good luck

Verwante definities voor "prosperity":

  1. the condition of prospering; having good fortune1
  2. an economic state of growth with rising profits and full employment1

Wiktionary: prosperity

prosperity
noun
  1. prosperity
prosperity
noun
  1. Zustand des Gutgehens, von (persönlichem) Vorteil sein
  2. gehoben: wirtschaftlicher Aufschwung, aufblühende Entwicklung
  3. eine Lebenslage, die mehr als das zum Leben Notwendige bietet

Verwante vertalingen van prosperity