Home ->Woordenboeken ->Engels/Duits ->Zoek: thigh

Engelse en Duitse zoekresultaten voor: thigh

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

thigh:
- Schinken; Schenkel; Oberschenkel
Wiktionary:
- thigh → Oberschenkel, Schenkel
- thigh → Oberschenkel, Schenkel, Schlegel, Keule

Engels

Uitgebreide vertaling voor thigh (Engels) in het Duits

thigh:

thigh [the ~] zelfstandig naamwoord

the thigh (upper leg)
der Schinken; der Schenkel
- Schinken [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schenkel [der ~] zelfstandig naamwoord
the thigh (femur)
die Oberschenkel; der Schenkel
- Oberschenkel [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schenkel [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor thigh:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Oberschenkel	femur; thigh
Schenkel	femur; thigh; upper leg	femur; ham; quills; shafts; shank; shanks; stems; thighs
Schinken	thigh; upper leg	ham; hams; leg of pork; rump-piece; thighs
-	second joint

Synoniemen voor "thigh":

limb
second joint; helping; portion; serving

Verwante definities voor "thigh":

the part of the leg between the hip and the knee¹
the upper joint of the leg of a fowl¹

Wiktionary: thigh

thigh

noun

upper leg
- thigh → Oberschenkel

thigh

noun

Anatomie: Ein Bereich der unteren Extremitäten (siehe: Oberschenkel bzw. Unterschenkel beim Menschen)
- Schenkel → thigh

oberer Teil des Beines zwischen Knie und Becken
- Oberschenkel → thigh

Cross Translation:

From	To	Via
• thigh	→ Oberschenkel	↔ ham — anatomie\|nld een dikke dij van een mens
• thigh	→ Schenkel	↔ dij — het deel van het menselijk been tussen heup en knie
• thigh	→ Schenkel; Oberschenkel; Schlegel; Keule	↔ cuisse — Partie du membre inférieur allant de la hanche au genou.

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University