Bus in het Duits vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

Engels

Uitgebreide vertaling voor bus (Engels) in het Duits

the bus (motor-bus; touringcar; coach; sightseeing coach; tour bus)
der Bus; der Autobus; der Omnibus
- Bus [der ~] zelfstandig naamwoord
- Autobus [der ~] zelfstandig naamwoord
- Omnibus [der ~] zelfstandig naamwoord
the bus (omnibus; coach)
der Omnibus; der Reisebus; der Bus; der Autobus
- Omnibus [der ~] zelfstandig naamwoord
- Reisebus [der ~] zelfstandig naamwoord
- Bus [der ~] zelfstandig naamwoord
- Autobus [der ~] zelfstandig naamwoord
the bus
der Omnibus
- Omnibus [der ~] zelfstandig naamwoord
the bus

– A communication line used for data transfer among the components of a computer system. ¹
der Bus
- Bus [der ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Autobus	bus; coach; motor-bus; omnibus; sightseeing coach; tour bus; touringcar
Bus	bus; coach; motor-bus; omnibus; sightseeing coach; tour bus; touringcar	buses; omnibuses
Omnibus	bus; coach; motor-bus; omnibus; sightseeing coach; tour bus; touringcar
Reisebus	bus; coach; omnibus	coach; motor-bus; touring-car
-	bus topology; busbar; heap; jalopy
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	omnibus

a car that is old and unreliable²
- the fenders had fallen off that old bus²
an electrical conductor that makes a common connection between several circuits²
the topology of a network whose components are connected by a busbar²
remove used dishes from the table in restaurants²
ride in a bus²
send or move around by bus²
- The children were bussed to school²
A communication line used for data transfer among the components of a computer system.¹

bus

noun

bus

noun

öffentliches Verkehrsmittel zur Personenbeförderung
- Omnibus → bus
EDV: technisches Leitungssystem mit zugehörigen Steuerungskomponenten
- Bus → bus
Kraftfahrzeug zum Transport von vielen (neun bis hundertfünfzig) Personen
- Autobus → coach; motorbus; bus

Cross Translation:

From	To	Via
• bus	→ Autobus; Bus	↔ autobus — een groot voertuig voor het vervoeren van een groot aantal passagiers
• bus	→ Omnibus	↔ autobus — Véhicule de transports en commun
• bus	→ Bus; Omnibus	↔ bus — Véhicule de transport en commun