Dispel in het Duits vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

dispel:
- verbannen; ausstossen; vertreiben; verjagen; abtreiben; wegjagen; fortjagen; forttreiben
Wiktionary:
- dispel → zerstreuen

Engels

Uitgebreide vertaling voor dispel (Engels) in het Duits

dispel:

to dispel werkwoord (dispels, dispelled, dispelling)

to dispel (ban; banish; expel; ostracize; exile; repel; drive out; exorcize; drive away; exorcise; drive off; ostracise)
verbannen; ausstossen
- verbannen werkwoord (verbanne, verbannst, verbannt, verbannte, verbanntet, verbannt)
- ausstossen werkwoord
to dispel (disperse; expel; oust)
vertreiben; verjagen; abtreiben; wegjagen; fortjagen; forttreiben
- vertreiben werkwoord (vertreibe, vertreibst, vertreibt, vertrieb, vertriebt, vertrieben)
- verjagen werkwoord (verjage, verjagst, verjagt, verjagte, verjagtet, verjagt)
- abtreiben werkwoord (treibe ab, treibst ab, treibt ab, trieb ab, triebt ab, abgetrieben)
- wegjagen werkwoord (jage weg, jagst weg, jagt weg, jagte weg, jagtet weg, weggejagt)
- fortjagen werkwoord (jage fort, jagst fort, jagt fort, jagte fort, jagtet fort, fortgejagt)
- forttreiben werkwoord (treibe fort, treibst fort, treibt fort, trieb fort, triebt fort, fortgetrieben)

Conjugations for dispel:

present

dispel
dispel
dispels
dispel
dispel
dispel

simple past

dispelled
dispelled
dispelled
dispelled
dispelled
dispelled

present perfect

have dispelled
have dispelled
has dispelled
have dispelled
have dispelled
have dispelled

past continuous

was dispelling
were dispelling
was dispelling
were dispelling
were dispelling
were dispelling

future

shall dispel
will dispel
will dispel
shall dispel
will dispel
will dispel

continuous present

am dispelling
are dispelling
is dispelling
are dispelling
are dispelling
are dispelling

subjunctive

be dispelled
be dispelled
be dispelled
be dispelled
be dispelled
be dispelled

diverse

dispel!
let's dispel!
dispelled
dispelling

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor dispel:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
abtreiben	dispel; disperse; expel; oust	abort; chasten; ennoble; purify; refine
ausstossen	ban; banish; dispel; drive away; drive off; drive out; exile; exorcise; exorcize; expel; ostracise; ostracize; repel
fortjagen	dispel; disperse; expel; oust
forttreiben	dispel; disperse; expel; oust	move on; prompt; propel; whisper; whisper in someone's ear
verbannen	ban; banish; dispel; drive away; drive off; drive out; exile; exorcise; exorcize; expel; ostracise; ostracize; repel
verjagen	dispel; disperse; expel; oust
vertreiben	dispel; disperse; expel; oust	deal in; handle; hawk; peddle; push; remove; sell
wegjagen	dispel; disperse; expel; oust
-	break up; chase away; disperse; dissipate; drive away; drive off; drive out; run off; scatter; turn back

Synoniemen voor "dispel":

chase away; drive out; turn back; drive away; drive off; run off; move; displace
disperse; dissipate; break up; scatter; separate; divide

Verwante definities voor "dispel":

force to go away; used both with concrete and metaphoric meanings¹
- dispel doubts¹
to cause to separate and go in different directions¹

Wiktionary: dispel

dispel

verb

to drive away by scattering
- dispel → zerstreuen

Remove Ads

Vertaal dispel van Engels naar Duits

Uitgebreide vertaling voor dispel (Engels) in het Duits

dispel:

to dispel werkwoord (dispels, dispelled, dispelling)

to dispel (ban; banish; expel; ostracize; exile; repel; drive out; exorcize; drive away; exorcise; drive off; ostracise)

to dispel (disperse; expel; oust)

Conjugations for dispel:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

Vertaal Matrix voor dispel:

Synoniemen voor "dispel":

Verwante definities voor "dispel":

Wiktionary: dispel