Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. flesh:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor flesh (Engels) in het Duits

flesh:

flesh [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the flesh (meat)
    Fleisch; der Braten
    • Fleisch [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Braten [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. the flesh (pulp)
    Fruchtfleisch; der Brei
  3. the flesh (pulp)
    Mus; der Brei
    • Mus [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Brei [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor flesh:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Braten flesh; meat roast; simmered meat; stewed meat
Brei flesh; pulp gelatin; gruel; hash; jelly; jelly pudding; mash; pap; porridge; pulp; purée
Fleisch flesh; meat meat
Fruchtfleisch flesh; pulp
Mus flesh; pulp hash; mash; pulp; purée
- pulp

Verwante woorden van "flesh":

  • fleshes

Synoniemen voor "flesh":


Verwante definities voor "flesh":

  1. the soft tissue of the body of a vertebrate: mainly muscle tissue and fat1
  2. a soft moist part of a fruit1
  3. remove adhering flesh from (hides) when preparing leather manufacture1

Wiktionary: flesh

flesh
verb
  1. to put flesh on
  2. To add details
  3. to remove the flesh
noun
  1. colour
  2. edible part of fruit/vegetable
  3. skin
  4. human body entity
  5. animal tissue as food
  6. body tissue
flesh
noun
  1. antiquiert: der menschliche Körper
  2. Anatomie: Muskel- und häufig auch Fettgewebe

Cross Translation:
FromToVia
flesh Fleisch chair — Toutes les parties molles du corps. (Sens général).

Verwante vertalingen van flesh