Engels

Uitgebreide vertaling voor jab (Engels) in het Duits

jab:

jab werkwoord

  1. jab (poke; prod; dig)
    stoßen; anstoßen; schieben; stupsen; aufrütteln
    • stoßen werkwoord (stoße, stößt, stieß, stießt, gestoßen)
    • anstoßen werkwoord (stoße an, stößt an, stieß an, stießt an, angestoßen)
    • schieben werkwoord (schiebe, schiebst, schiebt, schob, schobt, geschoben)
    • stupsen werkwoord (stupse, stupst, stupste, stupstet, gestupst)
    • aufrütteln werkwoord (rüttele auf, rüttelst auf, rüttelt auf, rüttelte auf, rütteltet auf, aufgerüttelt)

jab [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the jab (nudge; push; shove; )
    der Stoß; der Schlag; der Puff; der Bums; der leichter Stoß; der Anstoß; der Anprall; der Zusammenstoß
    • Stoß [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Schlag [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Puff [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Bums [der ~] zelfstandig naamwoord
    • leichter Stoß [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Anstoß [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Anprall [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Zusammenstoß [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. the jab (punch; nudge; whopper; )
    – a quick short straight punch 1
    der Schlag; der Hieb; der Puff; die Maulschelle; die Ohrfeige; der Bums; der Klaps
    • Schlag [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Hieb [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Puff [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Maulschelle [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Ohrfeige [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Bums [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Klaps [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor jab:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anprall blow; buffer; bump; bumper; jab; nudge; punch; push; shove; thrust argument; conflict; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; quarrel; row
Anstoß blow; buffer; bump; bumper; jab; nudge; punch; push; shove; thrust caprice; goal; impulse; incentive; incitement; initiative; start; stimulant; stimulation; stimulus; thrill; whim
Bums blow; buffer; bump; bumper; clout; jab; nudge; punch; push; shove; thrust; wallop; whopper bang; blast; boom; bump; crash; smack; thud; thump
Hieb blow; clout; jab; nudge; punch; wallop; whopper blow; clout; gash; knock; punch; slap; slash; smack; wallop
Klaps blow; clout; jab; nudge; punch; wallop; whopper bang; blow; clip; clout; knock; pat on the nose; punch; slap; smack; tap; touch; wallop
Maulschelle blow; clout; jab; nudge; punch; wallop; whopper box on the ear; punch on the jaw; slap in the face
Ohrfeige blow; clout; jab; nudge; punch; wallop; whopper box on the ear; punch on the jaw; slap; slap in the face
Puff blow; buffer; bump; bumper; clout; jab; nudge; punch; push; shove; thrust; wallop; whopper backgammon; clout; punch; slap; smack; wallop
Schlag blow; buffer; bump; bumper; clout; jab; nudge; punch; push; shove; thrust; wallop; whopper bellbottomed trouser leg; blow; bolt; bump; caretaker; clap of thunder; doorkeeper; flare; flash of lightning; hall porter; janitor; knock; loose-fitting leg; pigeon house; punch; slap; smack; species; streak; thud; thump; thunderbolt
Stoß blow; buffer; bump; bumper; jab; nudge; punch; push; shove; thrust accumulation; argument; bang; blow; boot; bump; bumping into; colliding with; conflict; crashing into; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; heap; kick; kicking; load; pile; piling up; quarrel; row; shake; slap; swim stroke; thud; thump
Zusammenstoß blow; buffer; bump; bumper; jab; nudge; punch; push; shove; thrust argument; bumping into; colliding with; collision; conflict; crash; crashing into; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; hit; quarrel; row; smash
leichter Stoß blow; buffer; bump; bumper; jab; nudge; punch; push; shove; thrust
- dig; jabbing; poke; poking; thrust; thrusting
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anstoßen dig; jab; poke; prod kick off; knock; nudge; tap; tap at; toast; wear out
aufrütteln dig; jab; poke; prod
schieben dig; jab; poke; prod achieve; achieve something; cart; chanter; function; give a push; grouse; growl; grumble; perform; push; push on; rumble; shove; snarl; succeed; trade on the side; trundle; wheel
stoßen dig; jab; poke; prod bang into; bump into; bump up against; collide; crash; give a push; kick; kick hard; lead straight; nudge; punch; push; push on; push to; shake; step; thump; tremble
stupsen dig; jab; poke; prod
- dig; poke; prod; stab
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anprall impact

Verwante woorden van "jab":

  • jabs

Synoniemen voor "jab":


Verwante definities voor "jab":

  1. the act of touching someone suddenly with your finger or elbow1
  2. a quick short straight punch1
  3. a sharp hand gesture (resembling a blow)1
    • he warned me with a jab with his finger1
  4. poke or thrust abruptly1
    • he jabbed his finger into her ribs1
  5. stab or pierce1
    • he jabbed the piece of meat with his pocket knife1
  6. strike or punch with quick and short blows1

Wiktionary: jab

jab
noun
  1. Sport, Boxen: ein gerader Schlag mit der Führhand

Cross Translation:
FromToVia
jab Impfung vaccin — inoculation (3)