Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. tic:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor tic (Engels) in het Duits

tic:

tic [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the tic (nervous tremor; quirk)
    der Tick; die Macke; der Tic
    • Tick [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Macke [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Tic [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. the tic (nervous spasm; quirk; twitch; nervous tremor)
    Nervenzucken

Vertaal Matrix voor tic:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Macke nervous tremor; quirk; tic
Nervenzucken nervous spasm; nervous tremor; quirk; tic; twitch convulsion; nervous spasms; nervous twitches; tics
Tic nervous tremor; quirk; tic
Tick nervous tremor; quirk; tic

Verwante woorden van "tic":


Synoniemen voor "tic":

  • twitch; twitching; vellication

Verwante definities voor "tic":

  1. a local and habitual twitching especially in the face1

Wiktionary: tic

tic
noun
  1. A local and habitual convulsive motion of certain muscles