Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. two:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor two (Engels) in het Duits

two:

two

  1. two

two [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the two (pair; twosome; tandem)
    Paar; zwei Stück
    • Paar [das ~] zelfstandig naamwoord
    • zwei Stück [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. the two (two people; pair)
    Paar
    • Paar [das ~] zelfstandig naamwoord

two bijvoeglijk naamwoord

  1. two (the two of)
    zu zweit; beide

Vertaal Matrix voor two:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Paar pair; tandem; two; two people; twosome couple; couple for live; match pair; pair; set; team; the two
zwei Stück pair; tandem; two; twosome
- 2; II; deuce
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- 2; ii
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
zwei two
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beide the two of; two both; either; the two of us
zu zweit the two of; two

Verwante woorden van "two":

  • twos

Synoniemen voor "two":


Verwante definities voor "two":

  1. being one more than one1
    • he received two messages1
  2. one of the four playing cards in a deck that have two spots1
  3. the cardinal number that is the sum of one and one or a numeral representing this number1

Wiktionary: two

two
numeral
  1. one plus one
noun
  1. digit or figure
  2. two-dollar bill
two
  1. Numerale: steht anstelle von zwei, um anzudeuten, dass die Zweizahl des Gezählten allgemein oder aus dem Vorhererwähnten bekannt ist.
  2. zwei, die Kardinalzahl zwischen eins und drei
  3. kurz für: „zwei Uhr“ oder „vierzehn Uhr“
noun
  1. zwei Augen auf einem Würfel
  2. Mathematik: die natürliche Zahl zwischen der Eins und der Drei
  3. die Ziffer Zwei (2, ٢, , 貳)

Cross Translation:
FromToVia
two Zwei twee — getal
two zwo; zwei twee — telwoord
two zwei; zwo deuxchiffre qui marquer deux.

Verwante vertalingen van two