Engels

Uitgebreide synoniemen voor affairs in het Engels

affairs:

affairs [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the affairs
    the business; the matters; the affairs
    • business [the ~] zelfstandig naamwoord
    • matters [the ~] zelfstandig naamwoord
    • affairs [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the affairs
    the affairs
    • affairs [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the affairs
    – transactions of professional or public interest 1
    the affairs
    – transactions of professional or public interest 1
    • affairs [the ~] zelfstandig naamwoord
      • news of current affairs1
      • great affairs of state1
  4. the affairs
    – matters of personal concern 1
    the affairs; the personal matters; the personal business
    – matters of personal concern 1

Verwante woorden van "affairs":


Alternatieve synoniemen voor "affairs":


Verwante definities voor "affairs":

  1. transactions of professional or public interest1
    • news of current affairs1
    • great affairs of state1
  2. matters of personal concern1
    • get his affairs in order1

affairs vorm van affair:

affair [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the affair
    the occurrence; the affair; the matter; the occasion; the event; the business
    • occurrence [the ~] zelfstandig naamwoord
    • affair [the ~] zelfstandig naamwoord
    • matter [the ~] zelfstandig naamwoord
    • occasion [the ~] zelfstandig naamwoord
    • event [the ~] zelfstandig naamwoord
    • business [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the affair
    the business; the case; the matter; the affair
    • business [the ~] zelfstandig naamwoord
    • case [the ~] zelfstandig naamwoord
    • matter [the ~] zelfstandig naamwoord
    • affair [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the affair
    the liaison; the junction; the combination; the connection; the affair; the linking; the union
    • liaison [the ~] zelfstandig naamwoord
    • junction [the ~] zelfstandig naamwoord
    • combination [the ~] zelfstandig naamwoord
    • connection [the ~] zelfstandig naamwoord
    • affair [the ~] zelfstandig naamwoord
    • linking [the ~] zelfstandig naamwoord
    • union [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the affair
    the affair
    • affair [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. the affair
    – a vaguely specified concern 1
    the matter; the thing; the affair
    – a vaguely specified concern 1
    • matter [the ~] zelfstandig naamwoord
      • several matters to attend to1
    • thing [the ~] zelfstandig naamwoord
      • things are going well1
    • affair [the ~] zelfstandig naamwoord
      • it is none of your affair1
  6. the affair
    – a vaguely specified social event 1
    the occasion; the function; the affair; the social function; the social occasion
    – a vaguely specified social event 1
    • occasion [the ~] zelfstandig naamwoord
      • an occasion arranged to honor the president1
    • function [the ~] zelfstandig naamwoord
    • affair [the ~] zelfstandig naamwoord
      • the party was quite an affair1
    • social function [the ~] zelfstandig naamwoord
      • a seemingly endless round of social functions1
    • social occasion [the ~] zelfstandig naamwoord
  7. the affair
    – a usually secretive or illicit sexual relationship 1
    the liaison; the affair; the intimacy; the amour; the involvement; the affaire
    – a usually secretive or illicit sexual relationship 1
    • liaison [the ~] zelfstandig naamwoord
    • affair [the ~] zelfstandig naamwoord
    • intimacy [the ~] zelfstandig naamwoord
    • amour [the ~] zelfstandig naamwoord
    • involvement [the ~] zelfstandig naamwoord
    • affaire [the ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "affair":


Alternatieve synoniemen voor "affair":


Verwante definities voor "affair":

  1. a vaguely specified concern1
    • it is none of your affair1
  2. a vaguely specified social event1
    • the party was quite an affair1
  3. a usually secretive or illicit sexual relationship1

Verwante synoniemen voor affairs