Overzicht


Engels

Uitgebreide synoniemen voor beak in het Engels

beak:

beak [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the beak
    – horny projecting mouth of a bird 1
    the pecker; the beak; the bill
    – horny projecting mouth of a bird 1
    • pecker [the ~] zelfstandig naamwoord
    • beak [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bill [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the beak
    – horny projecting mouth of a bird 1
    the bill; the beak; the pecker; the nib; the neb
    – horny projecting mouth of a bird 1
    • bill [the ~] zelfstandig naamwoord
    • beak [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pecker [the ~] zelfstandig naamwoord
    • nib [the ~] zelfstandig naamwoord
    • neb [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the beak
    – beaklike mouth of animals other than birds (e.g., turtles) 1
    the jaws; the muzzle; the snout; the mouth; the face
    • jaws [the ~] zelfstandig naamwoord
    • muzzle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • snout [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mouth [the ~] zelfstandig naamwoord
    • face [the ~] zelfstandig naamwoord
    the beak
    – beaklike mouth of animals other than birds (e.g., turtles) 1
    • beak [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the beak
    – beaklike mouth of animals other than birds (e.g., turtles) 1
    the beak
    – beaklike mouth of animals other than birds (e.g., turtles) 1
    • beak [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. the beak
    – informal terms for the nose 1
    the nozzle; the beak; the hooter; the snout; the schnozzle; the honker; the snoot; the schnoz
    – informal terms for the nose 1
    • nozzle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • beak [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hooter [the ~] zelfstandig naamwoord
    • snout [the ~] zelfstandig naamwoord
    • schnozzle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • honker [the ~] zelfstandig naamwoord
    • snoot [the ~] zelfstandig naamwoord
    • schnoz [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. the beak
    – a beaklike, tapering tip on certain plant structures 1
    the beak
    – a beaklike, tapering tip on certain plant structures 1
    • beak [the ~] zelfstandig naamwoord

beak

  1. beak

beak werkwoord

  1. beak
    – hit lightly with a picking motion 1
    to pick; to peck; beak
    – hit lightly with a picking motion 1
    • pick werkwoord (picks, picked, picking)
    • peck werkwoord (pecks, pecked, pecking)
    • beak werkwoord

Verwante woorden van "beak":


Alternatieve synoniemen voor "beak":


Verwante definities voor "beak":

  1. horny projecting mouth of a bird1
  2. beaklike mouth of animals other than birds (e.g., turtles)1
  3. informal terms for the nose1
  4. a beaklike, tapering tip on certain plant structures1
  5. hit lightly with a picking motion1

Verwante synoniemen voor beak