Engels

Uitgebreide synoniemen voor cheap in het Engels

cheap:

cheap bijvoeglijk naamwoord

  1. cheap
    cheap; inexpensive; low-priced; cheaply; at a low price; dirt-cheap
  2. cheap
    cheap; low-priced; inexpensive
  3. cheap
    – relatively low in price or charging low prices 1
    cheap; inexpensive
    – relatively low in price or charging low prices 1
    • cheap bijvoeglijk naamwoord
      • it would have been cheap at twice the price1
    • inexpensive bijvoeglijk naamwoord
      • inexpensive family restaurants1
  4. cheap
    – embarrassingly stingy 1
    cheap; chintzy; chinchy
    – embarrassingly stingy 1
  5. cheap
    – of very poor quality; flimsy 1
    cheap; bum; cheesy; punk; crummy; sleazy; tinny; chintzy
    – of very poor quality; flimsy 1
    • cheap bijvoeglijk naamwoord
    • bum bijvoeglijk naamwoord
    • cheesy bijvoeglijk naamwoord
    • punk bijvoeglijk naamwoord
    • crummy bijvoeglijk naamwoord
    • sleazy bijvoeglijk naamwoord
    • tinny bijvoeglijk naamwoord
    • chintzy bijvoeglijk naamwoord

Verwante woorden van "cheap":


Alternatieve synoniemen voor "cheap":


Antoniemen van "cheap":


Verwante definities voor "cheap":

  1. relatively low in price or charging low prices1
    • it would have been cheap at twice the price1
  2. embarrassingly stingy1
  3. of very poor quality; flimsy1

Verwante synoniemen voor cheap