Engels

Uitgebreide synoniemen voor concomitant in het Engels

concomitant:

concomitant bijvoeglijk naamwoord

  1. concomitant
    – following or accompanying as a consequence 1
    attendant; accompanying; incidental; resultant; sequent; consequent; ensuant; concomitant
    – following or accompanying as a consequence 1
    • attendant bijvoeglijk naamwoord
      • an excessive growth of bureaucracy, with attendant problems1
      • attendant circumstances1
    • accompanying bijvoeglijk naamwoord
    • incidental bijvoeglijk naamwoord
      • snags incidental to the changeover in management1
    • resultant bijvoeglijk naamwoord
      • the resultant savings were considerable1
    • sequent bijvoeglijk naamwoord
    • consequent bijvoeglijk naamwoord
      • the period of tension and consequent need for military preparedness1
    • ensuant bijvoeglijk naamwoord
      • the ensuant response to his appeal1
    • concomitant bijvoeglijk naamwoord

concomitant [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the concomitant
    – an event or situation that happens at the same time as or in connection with another 1
    the attendant; the accompaniment; the co-occurrence; the concomitant
    – an event or situation that happens at the same time as or in connection with another 1

Alternatieve synoniemen voor "concomitant":


Verwante definities voor "concomitant":

  1. following or accompanying as a consequence1
  2. an event or situation that happens at the same time as or in connection with another1